Klacht tegen RA over onjuist verwerken leningovereenkomsten ongegrond
Hetzelfde geldt voor de klacht dat de accountant twee minderheidsaandeelhouders onvoldoende voorgelicht zou hebben over de leningen en de garantiestelling.
Volgens de Accountantskamer is de klacht is ongegrond omdat niet is komen vast te staan dat de RA kennis had, dan wel had moeten hebben, van die overeenkomsten, dan wel de in dit geval van de leiding van de vennootschap verkregen inlichtingen niet voor aannemelijk mocht houden.
De zaak draaide om een assurantiebedrijf dat na de overname in 2013 van een groep vennootschappen in dezelfde sector een paar onaangename verrassingen ontdekte. Zo bleken er twee leningen van bij elkaar een ton te bestaan van de ene overgenomen BV aan een andere, die vooraf niet gezien waren in de boeken. De registeraccountant die de jaarrekening over onder meer 2012 samenstelde kreeg de schuld, zo bleek tijdens de zitting van de Accountantskamer in april van dit jaar. Hij werd aangeklaagd door de overnemende partij. Opmerkelijk tijdens de zitting was dat de vertegenwoordiger van de klagende partij pas kwam opdagen toen de zitting voor de Accountantskamer nagenoeg was afgelopen: hij had het tijdstip verkeerd gelezen. Hij kreeg geen gelegenheid zijn pleidooi te overhandigen, laat staan uit te spreken.