Wraking leden Accountantskamer afgewezen

27 oktober 2015

Niet alleen is een verzoek tot wraking door een registeraccountant van drie leden van de Accountantskamer afgewezen, ook zal een nieuw wrakingsverzoek niet worden behandeld. Dat bepaalde de wrakingskamer.

De accountant is in juni 2013 berispt door de tuchtrechter nadat hij crediteuren van het gefailleerde bouwbedrijf Vannel opriep zich te vervoegen bij de directie van deze onderneming. De directeur vreesde hierna voor de veiligheid van zichzelf en zijn gezin. De klager heeft een nieuwe klacht tegen de accountant van KPMG die de jaarrekening van Vannel goedkeurde. Maar vlak voor de inhoudelijke zitting van die klacht, wraakte hij begin deze maand de Accountantskamer. Hij kwam tot zijn ontdekking dat drie van de leden betrokken waren bij de uitspraak van juni 2013 en daarom vooringenomen zijn, zo stelde hij. Ook wraakte hij apart nog eens de voorzitter omdat die betrokken zou zijn bij de samenstelling van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBb) die in hoger beroep besliste in deze zaak. Een van de collegeleden was een collega van een van de leden van de Accountantskamer.

Niet ontvankelijk of ongegrond

De klachten tegen de drie leden van de tuchtrechter en de voorzitter zijn niet ontvankelijk omdat de klager al op 25 juni van dit jaar op de hoogte was van de samenstelling van de Accountantskamer. Hij deed zijn wrakingsverzoek echter pas een dag voor de zitting. Hij had het wrakingsverzoek dus eerder moeten indienen. In zijn klacht tegen de voorzitter betreffende de samenstelling van het CBb is hij wel ontvankelijk: hij wist pas in oktober dit jaar van de collegiale banden. De voorzitter van de Accountantskamer heeft echter zowel formeel als informeel geen invloed op de organisatie van het CBb, zo staat in het vonnis. Ook is het lid van het CBb dat mede oordeelde over het hoger beroep sinds januari 2012 al geen lid meer van de Accountantskamer. Deze klacht is daarom ongegrond verklaard.

Misbruik rechtsmiddel

Verder meent de wrakingskamer dat de klager tot zijn wrakingsverzoek kwam om bij voorbaat al gelijk te krijgen. Ze ziet dit als misbruik van het rechtsmiddel en bepaalde daarom dat een volgend verzoek om wraking niet in behandeling wordt genomen.

• Zaaknr. 15/622