Waarschuwing voor oud-topman Deloitte

Oud-topman van Deloitte Roger Dassen heeft van de Accountantskamer een waarschuwing opgelegd gekregen in de zaak van gedupeerde belegger in de Ahold-affaire. Dat maakte de tuchtrechter maandag bekend.
Dassen en twee andere accountants van Deloitte werden in mei door negen beleggers gedaagd. De aandeelhouders zijn gedupeerd door de boekhoudaffaire bij Ahold uit 2003. Het supermarktconcern spiegelde resultaten veel te hoog voor. Twee jaar later schikte Ahold met beleggers wereldwijd voor een bedrag van 1,1 miljard dollar. Gedupeerden van het schandaal wilden de accountants van Deloitte medeaansprakelijk stellen voor vele honderden miljoenen euro’s aan schade. De termijn om dat te doen dreigde echter in februari 2008 te verjaren. VEB trad in overleg met Deloitte: de beleggers wilden extra tijd winnen en het accountantskantoor zag hierin de mogelijkheid een eventuele vordering van hen op het kantoor uit de pers te houden. 
De negen beleggers betoogden dat Deloitte middels een valstrik onder haar verantwoordelijkheid poogde uit te komen. De vordering lag op de maatschap Deloitte. Het bedrijf ging echter in 2004 in een BV over. Volgens klagers was het accountantskantoor bewust onduidelijk of de vordering bij de maatschap was achtergebleven danwel in de nieuwe BV was meegegaan. Dassen moet geweten hebben dat de vordering bij de maatschap was achtergebleven. Het ging hier om de vorming van een herenakkoord. ,,Daarom kon van Deloitte verwacht worden dat ook zij zonder enige terughoudendheid eerlijk en oprecht zou optreden”, aldus het vonnis. Dus informatie die werd uitgewisseld zou volledig zijn en geen verkeerde indruk moeten wekken, of als misleidend ervaren moeten worden. Volgens de accountantskamer konden de beleggers ervan uit gaan dat de betrokken accountants zowel namens de maatschap als de BV van Deloitte zouden optreden. 
De oud-topman heeft zich onvoldoende aangetrokken dat hij en de voor hem werkzame juristen in het overleg openlijk, eerlijk en oprecht diende op te treden, ,,door minst genomen onduidelijkheid te laten dat de VEB haar belang niet zou kunnen realiseren indien zijn haar stuiting alleen zou richten aan Deloitte Accountants bv.” Hij heeft zich kennelijk mede laten leiden door eigenbelang, aldus de tuchtrechter.
Wel weegt de tuchtrechter mee dat Dassen niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld en dat het handelen en nalaten van hem feitelijk niet tot nadeel bij de VEB leidde. Vandaar dat de Accountantskamer een waarschuwing passend acht. Alleen de klacht jegens Dassen is door de tuchtrechter gegrond verklaard. De klachten tegen de twee andere accountants zijn ongegrond verklaard. 
 
Zaaknummers: (14/275, 14/276 en 14/277)
Michiel Satink / JPZ
Gerelateerde artikelen