Ruzie in bestuur voetbalclub Blauw Wit ’34 centraal in tuchtzaak

Zaaknummers 20/1548 en 20/1549

,,Waar waren ze bang voor? Wat zou er bij een gedegen controle boven water gekomen zijn?'' Deze retorische vragen uit de klacht van een voormalig lid van de kascontrolecommissie en een geroyeerd lid van Blauw Wit '34 gaven de toon van de klacht in de kern aan. Een voormalig lid van de kascontrolecommissie en een geroyeerd lid van de amateurvoetbalvereniging wierpen in de Accountantskamer de vraag op of twee registeraccountants in hun rol bij de club gefraudeerd hebben of op zijn minst fouten wilden verdoezelen. 

In de zaak speelden zichtbaar emoties een rol, zoals bleek bij het 76-jarige geroyeerde lid die tot tranen toe geroerd even het woord onderbrak. Hij en het voormalig lid van de kascontrolecommissie waren uiterst kritisch over de twee RA's. Een van de beklaagden, toen penningmeester van de voetbalclub, stuurde consequent de stukken te laat naar de kascontrolecommissie zodat die niet gedegen zijn werk kon doen, zo luidde het verwijt. Toen de voormalig voorzitter van het bestuur, de tweede beklaagde, in de zomer van 2018 voorstelde de lucht te klaren in een goed gesprek, was de veenbrand die woekerde in het bestuur al niet meer te blussen. De controle van de cijfers haperde, stelden de klagers. De notulen van de jaarvergadering – waarin de leden instemden met de jaarcijfers – weerspraken dit. ,,Maar daar hechten wij weinig waarde aan'', zeiden de klagers, ,,die notulen lijken gemanipuleerd.'' Ook stelden de accountants voor de jaarrekening maar zonder controle goed te keuren. ,,Dat valt van twee registeraccountants niet te begrijpen'', zeiden de klagers.

Ook viel ze op dat de betalingen aan vrijwilligers fors opliepen, terwijl het aantal vrijwilligers veel minder hard steeg. Dit alles werd 'weggemoffeld' onder het kopje 'personeelskosten'. Die betalingen gingen veelal in contanten. ,,Accountants moeten weten dat contante geldstromen aanmerkelijk fraudegevoeliger zijn.'' De gemachtigde van de klagers vond dat niet duidelijk was over welke gedrags- en beroepsregels nu geklaagd werd. En dat maakt het ook moeilijk verweer voeren. Beide accountants menen in overeenstemming met die regels gehandeld te hebben. Ze handelden steeds integer en eerlijk en waren transparant tegenover het voltallige bestuur en de leden van de vereniging. ,,Er valt hen niets te verwijten.'' Dat de stukken wat laat naar de kascontrolecommissie gingen, dat erkende de voormalig penningmeester wel. ,,Er waren wat problemen in de club in de aanloop van dat seizoen'', zei hij. Bij de voormalig voorzitter van de club vielen de door de klagers gebruikte woorden totaal verkeerd. ,,In de klacht worden woorden als valsheid in geschrifte, fraude en manipulatie genoemd en dat treft mij zeer als persoon. Dit zijn suggestieve onjuistheden.'' 

De uitspraak: Nederlaag voor klagers in 'fraudezaak' rond Friese voetbalclub