Notarissen plaatsen vraagtekens bij doorbelasten kosten toezicht en tuchtrecht

De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) plaatst vraagtekens bij de gronden die de wetgever gebruikt om de kosten voor toezicht en tuchtrecht door te belasten aan de beroepsgroep. ‘De kosten voor tucht en toezicht horen bij de hele maatschappij te liggen en zouden uit algemene middelen betaald moeten worden. Niet alleen bij burgers die gebruik maken van de notaris,’ aldus voorzitter Jef Oomen in een brief aan de Tweede Kamer.

Het wetsvoorstel voert twee gronden aan voor het doorbelasten van de kosten van toezicht en tuchtrecht aan de beroepsgroep. In de eerste plaats zou de beroepsgroep zelf primair voordeel hebben van het wettelijk toezicht en de tuchtrechtspraak en in de tweede plaats zou doorbelasting van de kosten zorgen voor een efficiënte inrichting van kwaliteits- en integriteitsbewaking binnen de beroepsgroepen zelf. Over beide gronden heeft de KNB twijfels.

Dit wetsvoorstel betekent volgens de KNB dat elke notaris jaarlijks zo’n 3.500 euro extra moet gaan betalen. In het huidige systeem is dit bijna 700 euro. Deze kosten worden doorberekend aan cliënten van de notaris en zorgen daarmee voor een lastenverzwaring voor diegenen die gebruik maken van de notaris. Dit terwijl zij niet de enige zijn die van de diensten van de notaris profiteren. Ook mensen die geen gebruik maken van de diensten van het notariaat profiteren van het bestaan ervan. ‘Een soepel verlopend rechtsverkeer is een voorwaarde voor economische voorspoed en verminderde druk op de rechtspraak levert de maatschappij als geheel voordeel op’, zegt voorzitter Oomen in de brief. De Raad van State ondersteunt deze gedachtegang: ‘Het toezicht is gericht op bescherming van klanten van de beroepsgroepen tegen een onzorgvuldige behandeling en ter bescherming van de maatschappij tegen misbruik van de van overheidswege toegekende bevoegdheden. Het profijt van het toezicht geldt in die zin ook de maatschappij als geheel’.

Gerelateerde artikelen