Klachten voormalig CEO Accon naar prullenbak verwezen
22/337
door Michiel Satink
Guus Delger werd eind 2021 bij Accon de laan uitgestuurd nadat er miljoenen euro's afgeboekt moesten worden. Dit kwam aan het licht nadat op 7 juni dat jaar twee klokkenluiders melding maakten van administratieve onregelmatigheden, onder meer met betrekking tot de tussentijdse cijfers van juni 2020 van Accon. De cijfers waren gemanipuleerd waarna de forensisch accountant gevraagd werd onderzoek te doen. Delger wenste niet mee te werken aan dat onderzoek, naar eigen zeggen omdat hij zich ziek had gemeld. Het was niet dat hij niet met de forensisch accountant wilde praten, hij was er gewoonweg niet toe in staat. Het onderzoeksrapport was volgens hem de aanleiding voor het bestuur afscheid van hem te nemen. Delger meent dat een zondebok gezocht werd en die werd in zijn persoon gevonden. Hij noemde het gewraakte rapport het resultaat van 'een schijnonderzoek' en stapte naar de tuchtrechter.
De accountant deed onderzoek naar de rapportage van de halfjaarcijfers richting de bank waarin de cijfers beter worden voorgesteld dan de werkelijkheid. Volgens de klokkenluiders ging dit al terug tot 2012 ,,waar is begonnen met een verhoging van het resultaat met 2 miljoen euro. In 2016 werd dat bedrag 5 miljoen en vanaf 2017 8 miljoen euro'', zo stond in de melding van de klokkenluiders. In zijn rapport vermeldde de accountant dat Delger weigerde mee te werken en dat inzichten en verklaringen van hem hierdoor ontbreken in het rapport. Delger is op 30 november 2021 ontslagen.
Volgens de voormalig CEO heeft de accountant zijn ziekmelding niet gerespecteerd en stelde hij ten onrechte dat hij niet mee wilde werken. De accountant schreef in een brief aan de advocaat van Delger dat hij diens medische situatie niet kon beoordelen. ,,Meewerken aan een onderzoek is iets anders dan deelnemen aan een arbeidsproces. Ik geef u in overweging met mij nader in persoon te overleggen of, hoe en wanneer wij vorm kunnen geven aan de verdere medewerking van uw cliënt aan mijn onderzoek. Ik wacht uw bericht daartoe op korte termijn af'', zo schreef hij. Op die brief werd nooit gereageerd. De tuchtrechter meent dat de beklaagde accountant voldoende deed om de klager in de gelegenheid te stellen om zijn medewerking te verlenen aan het door hem te verrichten onderzoek.
De tuchtrechter leest uit de mails van de raadsman van Delger dat hij niet alleen medewerking weigerde vanwege zijn arbeidsongeschiktheid, ,,maar ook dat het lijkt dat dit een strategische keuze was en dat klager aan een onderzoek door betrokkene sowieso niet mee wenste te werken.'' Ook werd de accountant verweten dat hij ontkende dat hij was geschorst. Daarmee verwees Delger naar de schorsing van drie maanden die de accountant in februari 2021 door de Accountantskamer kreeg opgelegd in een enigszins vergelijkbare zaak. Ook daar ging het om klokkenluiders, toen bij een kwestie rond energiereus Vattenfall. Maar de accountant ging in beroep tegen die uitspraak. Pas na behandeling van dat beroep volgt – indien de uitspraak overeind blijft – een mogelijke tenuitvoerlegging van die maatregel. Dat maakt dat de accountant Delger niet onjuist heeft geïnformeerd door te verklaren dat hij niet geschorst is of geschorst is geweest.
In zijn onderzoek had de accountant toegang tot de mailbox van Delger, stelde hij. En daarbij hield hij zich niet aan de geldende protocollen. Ook deze klacht in ongegrond, aldus de tuchtrechter, omdat ze aannemelijk acht dat de accountant niet zelf directe inzage heeft gehad. Een gespecialiseerd bedrijf deed onderzoek in de mail op basis van vooraf gedefinieerde zoekwoorden binnen een afgegrensde periode. Omdat er na de meldingen van de klokkenluiders sprake was van een concreet vermoeden van onrechtmatig handelen, was dit toegestaan.
En dan was er nog de kwalificatie van 'kulverhaal' die de klager uit de urenverantwoording van de accountant haalde. Volgens Delger heeft de accountant daarmee zijn verweer afgedaan als 'een kulverhaal'.Volgens de accountant was deze term gebezigd door CFRO en door de RvC om de toelichting van de klager aan te duiden. ,,Uit het feit dat betrokkene de aanduiding ‘kulverhaal’ tussen enkele aanhalingstekens heeft geplaatst, blijkt in voldoende mate dat dit niet betrokkene zijn eigen kwalificatie is'', aldus de tuchtrechter.
Alle klachten zijn ongegrond verklaard.