Klacht over urendeclaratie ongegrond

Zaaknr. 20/907

De zaak: Tuchtklacht tegen accountant na vraagtekens bij factuur

De klager in deze tuchtzaak was een bureau in jeugdzorg dat gewend is zelfs per minuut te declareren. En juist zo'n gedetailleerde urenverantwoording was wat de klager verwachtte toen hij deze in maart dit jaar bij de accountant opvroeg. 

Die vraag kwam omdat de factuur van de accountant tegenviel. Het bureau had het jaar ervoor juist een nieuwe manier van registratie ingevoerd waardoor de controle ook sneller kon. Zo was de verwachting althans. De controle is nodig om subsidies te verantwoorden. ,,U schrijft bijvoorbeeld drie uur voor het scannen en mailen van een verklaring. Daarnaast schrijft u vier uur voor het ordenen van bestanden, terwijl deze door ons volledig geordend aan u zijn aangeleverd. Op uw verzoek is door ons zelf nog een nadere ordening aangebracht. Ook de andere uren zijn niet duidelijk wat de reden is dat hier zoveel uur voor geschreven zijn'', zo schreef het bureau aan de accountant. Het bureau dreigde daarop dat ze haar uren aan moest passen, anders was een stap naar de klachtencommissie van de NBA onvermijdelijk.

De accountant bleef echter achter haar urenverantwoording staan. Ja, het was beter geweest als ze een gedetailleerdere urenverantwoording had gestuurd. ,,De uren zijn niet enkel besteed aan het scannen en mailen maar het onderbouwen van mijn oordeel en het verder afronden van het controledossier. Dit is een leermoment voor mij dat ik in mijn urenverantwoording niet kan volstaan met korte termen maar uitgebreider mijn werkzaamheden moet omschrijven.” 

Als het bureau een urendeclaratie had verwacht zoals in de zorgsector gewoon is, dan had ze daarover afspraken moeten maken met de accountant, stelt de Accountantskamer in de uitspraak. Wel merkt de tuchtrechter op dat het verstandiger was geweest als de accountant haar veel gedetailleerdere urenverantwoording, die ze later stuurde, meteen had verzonden. ,,De koers die zij heeft ingezet en gevolgd, is echter verklaarbaar door de vraagstelling van klager onder de dreiging van de klachtprocedure, terwijl betrokkene voor door haar geschapen onduidelijkheid tevens haar excuses heeft aangeboden.''

Dat de accountant geen minnelijke regeling trof omdat ze meent dat ze recht heeft op vergoeding van die uren, kan haar niet tuchtrechtelijk verweten worden. Daarover is het laatste woord aan de Raad voor Geschillen, die de klager al heeft ingeschakeld, of mogelijk een burgerlijke rechter.

De klacht is ongegrond.