CBb vernietigt maatregel van Accountantskamer

23 mei 2016

De waarschuwing die de Accountantskamer een accountant oplegde mede omdat hij onvoldoende deed om belangentegenstelling tegen te gaan, is door het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) vernietigd. Op een aantal punten vindt het college dat de tuchtrechter opnieuw naar de zaak moet kijken.

De klacht bij de Accountantskamer was ingediend door een oud-bestuurder van Middle Europe Investments (MEI). De AA zou in een ruzie tussen de klager en een medebestuurder de kant van de medebestuurder hebben gekozen. Dat leidde volgens de klager onder meer tot partijdigheid en het opstellen van onjuiste stukken. Het doel van de bestuurder wiens belangen de AA volgens hem diende was om gelden weg te sluizen uit de investeringsgroep. Zijn klachten werden deels ongegrond en deels gegrond verklaard. De Accountantskamer legde de AA in 2014 een waarschuwing op. Zowel de accountant als de oud-bestuurder gingen in beroep.

Het beroep van de AA is verworpen, zo bleek uit het vonnis van het CBb. In beroep betoogde hij dat hij zich terdege bewust was van de belangentegenstelling tussen beide bestuurders en dat hij maatregelen nam. Het College is het eens met de Accountantskamer dat hij die bedreigingen vast had moeten leggen, hetgeen de AA niet had gedaan. De klacht van de oud-bestuurder slaagde wel op enkele punten. Een van zijn klachten was dat de accountant een lening niet had afgeboekt.

De Accountantskamer verklaarde die klacht verjaard. Hij had al eerder op de hoogte kunnen zijn van de lening. Maar niet zozeer het vermelden van de lening maar juist het afboeken ervan kon de klager niet eerder weten. Dat maakt de klacht gegrond. Inhoudelijk vindt het CBb dat de Accountantskamer zich daarom eerst over dit klachtonderdeel moet buigen. Ook over twee anderen klachten – over het opnemen van niet bestaande kostenposten – moet de Accountantskamer zich nu inhoudelijk buigen.

Wanneer de tuchtrechter de zaak op deze onderdelen opnieuw behandeld, is nog niet bekend.