CBb: accountant had verificatieplicht

16 augustus 2017

Een accountant die zich mengde in een echtscheidingsprocedure tussen twee tandartsen blijft achter met een berisping. Die maatregel blijft in stand in het hoger beroep dat hij had aangespannen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Hij heeft een samenstellingsverklaring bij een jaarrekening afgegeven, zonder daarbij de volledigheid van de verstrekte informatie over stopzetting van verdere opbouw pensioen in eigen beheer vast te stellen.

De zaak was in eerste aanleg aangespannen door een vrouw, die met haar ex-echtgenoot verwikkeld was in een alimentatiegeschil. De accountant in kwestie is door de Accountantskamer berispt, omdat hij een brief voor de rechtbank heeft geschreven waarin hij aangaf dat het niet mogelijk en onverstandig zou zijn over 2015 een dividenduitkering aan de tandarts te doen, zonder zelf genoeg onderzoek te doen. Zijn informatie was belangrijk voor de alimentatiebepaling.

Zijn grief bij het CBb richtte zich op beëindiging van de pensioenopbouw. Dat is gebeurd omdat voortzetting ervan niet langer verantwoord was voor de bedrijfsvoering.

De ex-vrouw van de tandarts had akkoord moeten gaan voor het stopzetten van die pensioenopbouw in eigen beheer, eind 2014. Maar ze heeft geen handtekening gezet: dat had de accountant moeten verifiëren.

De accountant beriep zich erop dat hij was ingeschakeld voor een samenstelopdracht. Hij is ingeschakeld als deskundige op het gebied van verslaglegging en niet vanwege zijn deskundigheid op controlegebied. Er was voor hem geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid of volledigheid van de door de vennootschap verstrekte informatie.

De toenmalige vrouw, die vennoot was in de tandartsenpraktijk, betwist dat zij goed was geïnformeerd over de pensioenkwestie. Haar handtekening onder de stopzettingsovereenkomst ontbrak. Daar had de accountant actie op moeten ondernemen, hij heeft daarmee geen invulling gegeven aan zijn verificatieplicht.