‘Accountant had beëindigen opdracht moeten melden’

De Accountantskamer heeft de klacht over een AA die zonder voorafgaande waarschuwing een opdracht tot het samenstellen van jaarrekeningen beëindigde, gegrond verklaard. Er werd echter geen maatregel opgelegd.

Volgens de Accountantskamer treft de AA geen tuchtrechtelijk verwijt ter zake van zijn inhoudelijke overwegingen om de opdracht te beëindigen. Wel heeft de accountant door het zonder voorafgaande waarschuwing abrupt beëindigen van de opdracht gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid. Ook had de AA eerst zijn bevindingen bij de directie van de entiteit moeten rapporteren en die op de hoogte moeten brengen van de daaraan door hem te verbinden conclusie. In dit geval had de AA kunnen volstaan met een voorafgaande waarschuwing en een korte opzegtermijn.
 
De Accountantskamer laat in deze zaak echter meewegen dat niet is gebleken dat de klager concreet nadeel heeft ondervonden als gevolg van het procedureel op onjuiste wijze (abrupt) beëindigen van de opdracht. Hierbij is tevens van belang dat een voorafgaande waarschuwing van betrokkene zou hebben volstaan en dat daardoor slechts sprake is van het niet hanteren van een korte opzegtermijn. De beëindiging van de opdracht was bovendien op inhoudelijke gronden een aanvaardbare beslissing. Alles overziend is de Accountantskamer van oordeel dat in deze klachtzaak kan worden volstaan met een gegrondverklaring zonder oplegging van een maatregel.

Gerelateerde artikelen