Waarschuwing accountants in plaats van berisping na bizarre omzet

Twee accountants die een verdrievoudiging van de omzet van een bakkersonderneming ondanks gebrekkige administratie toch in de jaarrekening verwerkten, zijn door het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) gewaarschuwd. Eerder werd het duo nog berispt door de tuchtrechter.

De Accountantskamer vond dat het duo ook ongebruikelijke transacties had moeten melden. Dit na de klacht van ondernemers die investeerden in de bakkersholding dat er sprake was van een forse stroom aan zwart geld binnen het bedrijf. Volgens de tuchtrechter lieten de accountants na zo'n verplichte melding te doen. Het College meent echter dat er geen sprake was van een contante transactie van 15.000 euro of meer, maar van een totaalbedrag van ruim 122.000 euro ontstaan door een grote hoeveelheid kleine transacties. Het College ziet in die boeking van 122.000 euro aan contante omzet geen aanleiding dat accountants moesten veronderstellen “dat sprake was van transacties die verband houden met witwassen''. Vandaar dat het College uitkwam op een waarschuwing.

De zaak is in juni 2015 behandeld door de Accountantskamer. De drie klagers waren ondernemers die geld stopten in de bakkersholding die tot hun verrassing failliet ging. De bakkerij maakte een extra omzet van bijna 123.000 euro terwijl in de jaren ervoor gemiddeld 40.000 euro aan omzet maakte. Het ging hier om contant geld. De fors hogere omzet zou afkomstig zijn van verkoop van broodjes aan IT-specialisten. De twee beklaagde accountants deden geen onderzoek naar dit bedrag. En dat hadden ze wel moeten doen, meende de Accountantskamer. Beide accountants werd ook verweten meegewerkt te hebben aan fraude. De tuchtrechter meende echter dat fraude niet is vastgesteld.

De twee accountants gingen in beroep. Volgens hen stoelde de klacht “nagenoeg alleen op vermoedens en aannames met betrekking tot omstandigheden die niet voor hun rekening of risico komen en die ook overigens niet relevant zijn voor een tuchtrechtelijke beoordeling van hun handelen.'' Als een accountant constateert dat de aan hem verstrekte gegevens onjuist of onvolledig zijn, dan moet deze eerst nadere inlichtingen inwinnen. Maar ze bestrijden dat ze over de post Voorraad en over de extra omzet van 122.000 euro meer informatie hadden moeten inwinnen. Volgens de accountants was hier geen sprake van een situatie waarin ze constateerden of hadden moeten constateren dat de door de onderneming aangeleverde informatie onvolledig of onjuist was. Ook wezen de accountants erop dat de jaarrekening 2008 onderwerp was van een uitgebreid boekenonderzoek door de Belastingdienst. “De volledigheid van de omzetverantwoording is toen gecontroleerd en dit heeft niet in correcties geresulteerd'', aldus de appellanten.

Het College kwam tot een ander oordeel. Als geconstateerd wordt dat er bij een cliënt sprake is van forse hoeveelheden in contanten ontvangen betalingen, terwijl de administratie niet inzichtelijk was en er geen verantwoording was over deze ontvangsten, dan is dat voor de accountant op zijn minst aanleiding om van de klant “te verlangen dat de ontvangsten en zo nodig de reden van betaling worden bijgehouden, bijvoorbeeld in een kasboek.'' Maar doordat de appelanten jarenlang op zijn beloop hebben gelaten dat de onderneming van verschillende omzetcategorieën geen afzonderlijke boekhouding bijhield, was de herkomst en samenstelling van die 122.000 euro aan extra omzet niet verifieerbaar. “De stelling van appellanten dat de stijging van de contante omzet in 2012 in lijn was met de progressie die vanaf 2009 te zien was en dat de brutowinstmarge in 2012 niet significant afweek van de marges in de voorgaande jaren, doet er niet aan af dat appellanten, zoals de accountantskamer terecht heeft geconstateerd, de contante omzet slechts op basis van een papieren exercitie hebben aangenomen, terwijl de werkelijke kasinhoud niet werd of kon worden vastgesteld'', staat in de uitspraak te lezen. Het College meent dat de accountants de onderneming op het ontbreken van een toereikende boekhouding hadden moeten aanspreken. Ook hadden ze het met terugwerkende kracht geboekte bedrag niet zonder meer in de jaarrekening 2012 mogen verwerken.

Lees ook:

 

[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]

Gerelateerde artikelen