Twee ton aan kasgeld bakkerij ‘niet uitzonderlijk’

Een bakkerijwinkel met bijna twee ton in kas is reden om een melding te doen bij de Financial Intelligence Unit Nederland (FIU). Maar twee accountants lieten dit na, zo verweten drie ondernemers hen maandag in de Accountantskamer.

De drie ondernemers zijn kopers van een bakkersholding die recent failliet ging. Twee accountants zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de jaarrekening 2012 van de onderneming. Daar zou nogal wat aan schorten. Ze verwijten het duo onder meer het nalaten van het melden van witwaspraktijken en het meewerken aan fiscale fraude. De accountants hadden een samenstellende taak. Bij aanlevering van onjuiste of onvolledige gegevens hebben ze de plicht om nadere informatie te vragen. Dat lieten ze na, stelde de advocaat van de ondernemers. Maar er was meer. Het accountantskantoor deed ook de administratie van de bakkerij. Tussen het concept van de jaarrekening en het definitieve rapport zit een verschil van twee ton. Het grootste deel hiervan, 140.000 euro, betrof omzet aan contanten in de bakkerijwinkel. ‘Nagenoeg de hele omzet van de bakkerijwinkel was niet ingeboekt.’

De hogere omzet zou zijn veroorzaakt door de verkoop van broodjes. De advocaat rekende uit dat de bakkerij dan zeker dan 100 broodjes per dag meer verkocht moest hebben om die omzet te halen. Een dergelijke omzet aan contanten moet gemeld worden. ‘Het is niet aan betrokkenen te oordelen over de juistheid van deze hoeveelheid contanten, maar aan de FIU.’ Van een melding is niets gebleken.

De raadsvrouw van de twee accountants meende dat de klacht vooral is ingediend om een civiele schadeprocedure te ondersteunen. De verkoper van de bakkersholding en de drie ondernemers zouden al voor vier ton geschikt hebben. ‘De klagers willen linksom of rechtsom gecompenseerd worden voor hun tegenvallende ‘return on investment’.’ De betrokkenen waren niet op de hoogte van fraude of buiten de boeken gehouden omzet. Het verschil in marge tussen de prognose van de omzet van 2012 en van de jaren ervoor was marginaal. De gedaagden wezen erop dat de omzet van de winkel niet los van die van de holding werd bijgehouden. De leden van de Accountantskamer wilden weten wat de overwegingen van de accountants waren om dit uitzonderlijk hoge kasgeld niet te melden. ‘Kasgeld is in de horeca meer gebruikelijk dan in andere ondernemingen. En een hoog bedrag aan kasgeld wil zeker niet zeggen dat dit zwarte omzet was’, zei een van hen. ‘We hebben dit besproken maar er geen aanleiding in gezien om een melding te doen’, zei de tweede.

Vonnis over 10 weken.

Zaaknummers: 15/132 en 15/133. 

(Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle)

Gerelateerde artikelen