Voormalige kantoorgenoten bestrijden elkaar al jaren te vuur en te zwaard

Dat bleek op de zitting van de Accountantskamer, waar beide kampen voor de derde keer in dezelfde kwestie verschenen. Klagers zijn de drie AA’s, die jaren geleden zijn weggelopen bij het kantoor van de RA’s, met medeneming van een aantal klanten. Het waren weliswaar klanten die ze zelf ooit hadden meegebracht vanuit Deloitte, maar de betrokkenen hebben daar een overnamesom voor betaald. Bovendien was er een relatiebeding getekend.

Inmiddels heeft de kantonrechter in de civiele procedure de drie weggelopen accountants in het ongelijk gesteld en ze een boetebedrag opgelegd van bij elkaar ruim 1,3 miljoen euro. Tegen die beslissing loopt nog hoger beroep. Het bedrag was gebaseerd op de schadeberekening die het kantoor van de RA’s had gemaakt, en om die schadeberekening ging het deze keer. Volgens de klagers hebben de RA’s de rechter welbewust misleid met verkeerde cijfers, om er zelf beter van te worden en de klagers een zo groot mogelijke schade toe te brengen. “Dat schaadt de goede naam van de beroepsgroep”, motiveerde een van de klagers de nieuwe gang naar de tuchtrechter. Volgens hen hebben de RA’s onder meer dubbeltellingen toegepast en klanten opgevoerd die niet met de klagers zijn meegegaan. 

De tegenpartij voerde aan dat ze op verzoek van de rechter slechts “enig inzicht” hebben gegeven in de gemiste omzet, door simpelweg de omzet van alle oude “Deloitte”- klanten op te tellen. Het was geen concrete schadeberekening, die zou ook niet gevraagd zijn. In het relatiebeding was juist een clausule over een boetebeding opgenomen, om die discussie te voorkomen. “Maar dan moest de rechter wel enig idee hebben om de hoogte vast te stellen”, aldus de advocaat van de beklaagden. “Ze proberen hun gram te halen omdat ze ongelijk hebben gekregen in de civiele procedure.” Een van de beklaagden zei aan het slot over de klagers: “Respectloos dat ze de Accountantskamer gebruiken voor eigen gewin. Dat brengt enorme schade toe aan de beroepsgroep.” Een hernieuwde voorzichtige bemiddelingspoging van Werkhoven strandde op een hartgrondig nee, van die kant.

 

Uitspraak over ongeveer vijftien weken.  

 

Zaaknummers: 14/1046 , 14/1047

Petra van Walraven / JPZ