Feit of oordeel centraal in rapport rond claim voor vermogensbeheerder

Een accountantsrapport van feitelijke bevindingen speelt een belangrijke rol in de schadevergoeding van een voormalige klant van vermogensbeheerder Harmony. Stonden daar nou conclusies in plaats van feiten in of was dit slechts de suggestie van de klagers die tonnen moeten betalen?

Door Michiel Satink

Zaaknr. 22/1961

Het gerechtshof in Amsterdam bepaalde in november 2016 dat Harmony Vermogensbeheer een onjuist beleggingsbeleid voerde en een gedupeerde klant drie ton moet betalen. De klant wilde niet dat risicovol belegd werd, maar dat gebeurde wel. Harmony wees hem in oktober 2017 op het Global Opportunities Fund waarin hij 128.000 euro stopte. Het fonds ging echter ten onder als gevolg van de beurskrach in 2008. In 2011 ging het opnieuw mis. Begin dat jaar was de waarde van de portefeuille nog drie ton waar uiteindelijk nog maar 35.000 euro van overbleef. Voor rekening en risico van de klant werd een strategie gevoerd gericht op daling van de beurzen. Toen dat niet gebeurde, werd gekozen voor een strategie gericht op juist stijgende koersen. Toen de beurzen toch daalden werden grote verliezen geleden, met name in derivaten-posities en in aandelen ING en ArcelorMittal. De vermogensbeheerder had volgens het hof nagelaten de klant te waarschuwen dat voor zijn gehele inleg een zeer risicovolle strategie werd gevolgd.

De drie ton is de schade die het hof de desbetreffende klant, een advocaat, toekende. In deze procedure speelde het rapport van de aangeklaagde accountant een grote rol. De klant had hem gevraagd met een 'rapport van feitelijke bevindingen' te komen en hij wist dat deze in een gerechtelijke procedure ingebracht werd. “Hij wil uw kamer doen geloven dat zolang je opschrijft dat je geen zekerheid verschaft, dat ook zo is. Maar zijn bewoordingen zetten de rechters in een bepaald frame'', zei advocaat Dick Alblas die de twee directeuren van Harmony bijstond. De RA is aan de haal gegaan met het schadebedrag, zo zei hij. Zijn 'expliciete en impliciete oordelen' gaan verder dan een rapport van feitelijke bevindingen, betoogde hij.

Hij vond de registeraccountant opvallend vaag over de scope en de door zijn opdrachtgever gestelde vragen. Hij vulde feiten aan met meningen en conclusies. Zo weet de accountant niet of en hoe de AFM door Harmony is geïnformeerd maar zegt daar wel wat over in zijn rapport. Termen als 'ontbreekt' of 'niet genoemd' zijn kwalificerend, zei de advocaat. 

Bovendien betrok hij de klagers niet bij zijn opdracht. “De betrokkenheid van de klagers had hem kunnen behoeden voor een rapport met op tal van plaatsen een ondeugdelijke grondslag.'' Rechters hechten een grote waarde aan de bevindingen van een accountant. De raadsheren van het hof deden dat ook. “Desondanks heeft hij zich niet aan de beroepsregels gehouden'', aldus Alblas.

Volgens advocaat Arjen Witteveen worden die 'impliciete en expliciete oordelen' alleen door de klagers gesteld zonder die uit te leggen. “In het rapport staat geen oordeel. We horen 'framen, suggereren, een zweem van' en dat alles verhult dat er eigenlijk geen oordeel in staat.'' Dat er sprake had moeten zijn van hoor en wederhoor klopt evenmin, want dit was geen persoonsgericht onderzoek. De klagers voerden overigens op ongeoorloofde wijze de druk op bij zijn cliënt. Eerst kreeg hij een juridische opinie van Alblas toegestuurd met de mededeling dat de RA hoe dan ook aansprakelijk zou zijn en dat hij zijn rapport in moest trekken. “Een vorm van intimidatie'', concludeerde Witteveen. Hij vond de zaak een voorbeeld van misbruik van tuchtrecht.

De beklaagde accountant had moeite om de vragen van de Accountantskamer te beantwoorden. Zo vermeldde hij in zijn rapport de richtlijn voor jaarrekeningen voor grote en middelgrote ondernemingen waar dat de richtlijn voor kleine bedrijven had moeten zijn. Hij overlegde over zijn rapport alleen met zijn opdrachtgever, niet met het hof of met de klagers, bevestigde hij. De 'margin verplichting', een bedrag dat door de beurs verplicht is gesteld als basisgarantie dat een belegger kan voldoen aan de verplichtingen, zag hij als onderdeel van het verlies. Ook dat riep vraagtekens op bij de tuchtrechter. “Omdat die in feite niet vrij beschikbaar is'', zei de accountant. Maar is dat feitelijk of geeft u hier een oordeel, vroeg een van de leden van de Accountantskamer.

Het oordeel volgt over circa twaalf weken.
 

Gerelateerde artikelen