Erfgename beticht gewezen RA van schenden privacy
Zaaknr. 19/482
Door buiten haar om ‘gevoelige informatie’ over haar financiële positie naar de Belastingdienst te sturen heeft een inmiddels uitgeschreven RA haar privacy te grabbel gegooid.
Dat stelde een klaagster maandagmorgen bij de Accountantskamer.
De moeder van de vrouw overleed in 2012. Samen met haar zus en broer is zij erfgenaam. Dezelfde zus is met een halfbroer testamentair-executeur.
De moeder woonde in Duitsland. Ook een huisje op Vlieland maakte deel uit van de nalatenschap.
Klaagster was er van overtuigd dat zij over haar erfdeel geen (erf)belasting hoefde te betalen. Volgens haar is dat in Nederland de regel bij erfenissen uit het buitenland. De broer en zus twijfelden daaraan, mede vanwege het huisje. De executeurs-testamentair schakelden daarop de voormalige RA in. Die stuurde in een aantal brieven naar de Belastingdienst aan op een beschikking.
In een van deze brieven uit 2015 staat dat de vrouw ‘belastingschulden’ heeft. Bij deze brief had de RA een schrijven gevoegd dat hij had ontvangen van zijn opdrachtgevers. Daarin staat dat er ‘deurwaarders bij klaagster aan de deur komen’, haar ‘woonplaats onduidelijk’ is en dat ze ‘klant is’ bij ‘een Spaanse bank’. Klaagster is hierin niet gekend en ontdekte dit bij toeval. “Een behoorlijke schending van mijn privacy,” betoogde zij.
Ook vindt de vrouw dat de opdracht voor het aanvragen van de beschikking nooit had mogen aannemen. “Een accountant behoort te weten dat een buitenlandse erfenis nooit wordt belast.”
Verder heeft klaagster via haar zus een rekening ontvangen voor de werkzaamheden die de RA voor de executeurs-testamentair heeft verricht. Ze was daar nogal ontstemd over, omdat zij de accountant helemaal geen opdracht heeft gegeven.
De vrouw wilde van de RA opheldering. Ze stuurde aan op een afspraak. Daartoe bleek de accountant niet bereid. Hij zou haar hebben laten weten dat hij haar geen uitleg verschuldigd was en vervolgens de verbinding hebben verbroken.
“Ik heb deze mevrouw gewoon professioneel te woord gestaan,” reageerde de RA. “Maar ze hengelde naar informatie over de bezittingen van mijn opdrachtgevers. Daar begin ik niet aan. Een afspraak maken leek mij zinloos; ze was geen opdrachtgever, ik had haar niets te melden. Dat heb ik haar ook verteld.”
De opdracht weigeren: daar was volgens de accountant geen reden toe. “Ik vindt het in zo’n situatie zeer plausibel dat men zekerheid wil.” Het woord ‘belastingschulden’ slaat volgens de RA evident op de eventueel door haar te betalen erfbelasting. Dat de informatie in de bijgesloten brief privacygevoelig kan zijn, wilde er bij de accountant in eerste instantie niet in. Daar kwam hij later op terug. “Dat van die deurwaarders en Spaanse bank is bij nader inzien toch niet zo handig. Dat had niet gemoeten.”
De uitspraak: Waarschuwing RA wegens schenden privacy
Auteur: Jan Smit