Ook in hoger beroep sneuvelt klacht tegen bestuur Nba

Het bestuur van de Nba onevenwichtig samengesteld, vindt de stichting Wakkere Accountant.

Zaaknummers 19/1154 en 19/1199

Zaaknummers bij de Accountantskamer: 17/2371, 17/2372 en 17/2373

Door Michiel Satink

Drie bestuursleden van de Nba zouden de macht van de grote accountantskantoren in stand houden, ten koste van mbk-accountants. Ook in hoger beroep kan de stichting Wakkere Accountant niets van deze claim waarmaken.

De stichting Wakkere Accountant verzet zich tegen de overheersende machtspositie van grote kantoren binnen de Nba, zo stelt ze. Om die reden stapte ze in 2018 naar de Accountantskamer met een klacht tegen drie bestuursleden van de beroepsorganisatie. De tuchtrechter boog zich over de klacht, maar verklaarde deze geheel ongegrond. Daarop stapte niet alleen de stichting naar het College van Beroep voor het bedrijfsleven, maar ook de accountants zelf. Want zij vonden dat de tuchtrechter de zaak helemaal niet inhoudelijk had moeten behandelen.

Zo is het bestuur van de Nba onevenwichtig samengesteld, vindt de stichting: acht van de dertien bestuursleden zijn van de grote OOB-kantoren. Dat terwijl minder dan 12 procent van de leden accountant is bij een dergelijke organisatie. Het is volgens de stichting 'zeer onwaarschijnlijk' dat het persoonlijk belang van de beklaagden niet van invloed is geweest op het beleid ,,om alleen de MKB-kantoren zwaar te toetsen, de OOB-kantoren grote commerciële voordelen te bieden en het Nba-bestuur en de toetsingsorganen onevenwichtig samen te stellen'', zo luidde de klacht. 

Ze hadden hiertegen moeten optreden of moeten opstappen, vindt de stichting. De Accountantskamer verklaarde de klacht ongegrond omdat de stichting niet van individuele gedragingen rept. Zonder deze onderbouwing valt de drie accountants niets te verwijten, stelde de tuchtrechter. Maar volgens de stichting legt de Accountantskamer zo een ondoenlijke bewijslast bij de klager neer. Het individuele stemgedrag van de bestuursleden is immers niet openbaar

Misbruik van tuchtrecht
De accountants zelf klaagden over het feit dat de tuchtrechter in het midden liet of de klacht niet-ontvankelijk is. De klacht ziet niet op enig persoonlijk beroepsmatig handelen, stellen ze. Het tuchtrecht wordt hier misbruikt om het beleid van het bestuur aan de kaak te stellen. Een discussie over dat beleid hoort thuis in de ledenvergadering van de Nba, niet in het tuchtrecht. Ook wordt het drietal zelfs verweten hoe de Accountantskamer is samengesteld. ,,Het is uitgesloten dat dergelijke onderwerpen aan de orde kunnen komen in een tuchtprocedure tegen hen persoonlijk'', aldus de klacht in beroep.

Het Cbb verwees beide klachten naar de prullenbak, zo besliste ze deze week. De stelling van de accountants dat de klacht niet ziet op enig beroepsmatig handelen van hen, wordt niet onderschreven door het College. De accountants worden persoonlijk aangeschreven en bovendien ziet het College niet waarom het handelen of nalaten van een accountant als bestuurslid van de Nba niet door de tuchtrechter behandeld kan worden. Dus de Accountantskamer mocht de zaak zeker wel 'ontvangen' en inhoudelijk behandelen. 

Dan de tuchtrechtelijke verwijten: om welke gedragingen gaat het dan precies? De stichting onderbouwt nergens waar welke accountant een scheve schaats reed. Het betoog blijft in algemeenheden steken en de stellingen zijn zo abstract dat hieruit geen individueel handelen gehaald kan worden. De stichting heeft op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt dat de beklaagden zich persoonlijk tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gedragen.

Daarom verklaart het Cbb de klacht in alle onderdelen ongegrond.

Gerelateerde artikelen