Bedreiging door accountant niet bewezen

Beide partijen stond in maart tegenover elkaar voor de tuchtrechter. De Drentse ondernemer moest 33.000 euro terugbetalen aan de fiscus. Reden was dat hij geen gebruik had mogen maken van fiscaal gunstige ondernemersregelingen, omdat van een onderneming geen sprake was geweest. De fiscus bepaalde dat zijn bedrijf met terugwerkende kracht per eind 2009 als beëindigd beschouwd diende te worden. Dat terwijl de man liever had gehad dat dit per 2011 was gebeurd, wat hem een kleinere boete had opgeleverd. Hij wilde dat zijn accountant dat regelde, maar wist in zijn klacht niet aannemelijk te maken wat zijn AA dan voor hem had moeten doen.

Hij voelde zich zelfs door de AA bedreigd. Die dreigde namelijk een openstaande rekening van 5.000 euro te vorderen. De AA ontkende. De klagende ondernemer kon zijn stelling niet onderbouwen. ‘De Accountantskamer acht overigens niet uitgesloten dat klager een uitleg van betrokkene over hoe het ook anders voor klager had kunnen aflopen, verkeerd heeft geïnterpreteerd’, aldus het vonnis. De Accountantskamer verklaarde ook deze klacht ongegrond.

• Uitspraak Accountantskamer in zaak 14/2514, 18 mei 2015

(Michiel Satink/Juridisch Persbureau Zwolle)