Waardering accountant ‘op drijfzand gebaseerd’
Zaaknummer 20/777
Met zijn waardering van de vennootschap van de man die in scheiding lag met zijn vrouw gooide de accountant de mediation overhoop. Maar die waardering was juist nodig om langslepende procedures tussen de twee partijen te voorkomen, zo was het verweer.
De klager in deze zaak bij de Accountantskamer is makelaar in de Randstad. Bij de scheiding met zijn vrouw liet hij zich bijstaan door specialisten. Zijn vrouw volgde dat voorbeeld en zo kwam de beklaagde accountant om de hoek kijken. Hem werd gevraagd naar de cijfers te kijken. Zijn waardering van het makelaarskantoor van de man ,,was geen echte waardering maar 'een redelijke' uitkomst'', sneerde advocaat Hugo Bijleveld namens de klager. Als partij-adviseur bagatelliseert de accountant zijn werk, zei hij. Hij is als 'register valuator' ingehuurd om iets zinnigs te zeggen over de waarde van de aandelen in de vennootschap. ,,Als hij zijn eigen rol als marginaal zag, dan ligt het voor de hand dit richting zijn opdrachtgever vast te leggen. Want hij wekte de indruk dat hij bezig was met een serieuze waardering.'' En die waardering – gesteld op 4,5 miljoen euro – schoot in het verkeerde keelgat van de tegenpartij. ,,Deze is op drijfzand gebaseerd. Het is een slag in de lucht. Voor zo'n bedrag kun je geen gok doen'', aldus de advocaat.
Maar zo'n wilde gok was het niet. De waardering is grotendeels gebaseerd op een bod van een marktpartij. Je moet bij zo'n scheiding waarderen tegen de waarde in het economisch verkeer, zei de beklaagde accountant. ,,Die marktpartij was bereid het bedrag uit dat bod te betalen voor het makelaarskantoor. Dat bod is afgewezen, maar het lag er wel en heel oud was het niet. Het was een redelijk uitgangspunt.''
Volgens zijn raadsvrouw Femke van der Velden praten de beide partijen langs elkaar heen in deze zaak. ,,Wat was nou de rol van de accountant? De tegenpartij heeft uit het oog verloren dat hij partij-adviseur was. Bovendien was niet hij het die de mediation liet klappen. De mediators hadden moeite de echtelieden in toom te houden. Wederzijds respect was nodig, zonder elkaar uit te lachen of in de rede te vallen, schreef een van de mediators.'' De accountant schetste geen onrealistisch hoge waarde van het bedrijf voor. Hij had als rol de vrouw bij te staan. ,,Zijn analyse was niet bedoeld om aan derden te verstrekken of bij een gerechtelijke procedure in te brengen. Dat is ook niet gebeurd.''
De accountant benadrukte dat hij vanwege zijn financiële deskundigheid is aangezocht, niet in een rol als 'register valuator'. De mediator wilde op basis van twee vermogensopstellingen ,,kijken of er een mogelijkheid was om de verschillen te overbruggen. Daarin heb ik gemeend mijn cliënt te moeten dienen. Om haar uitgangspunten te geven waarmee ze die onderhandelingen in kon gaan.''
Volgens de advocaat van de klager blijft de waardering een struikelblok. Zijn cliënt kaartte dat ook aan in de besprekingen. ,,Mevrouw denkt dat ik hier op 4 miljoen euro zit'', zei hij. De tegenpartij stelt wel dat het voorstel van de vrouw tot een verdeling onredelijk was, reageerde advocaat Van der Velden, ,,maar wie zegt dat het voorstel van meneer wel redelijk is?'' Ze zei dat haar cliënt zich aan de regels heeft gehouden en zeker niet rapporteerde in strijd met het fundamentele beginsel van objectiviteit.
De uitspraak volgt binnen vijftien weken.