Terechte boete en waarschuwing voor RA in PE-tuchtzaak

De Accountantskamer heeft in 2015 terecht een boete van € 1.000 en een waarschuwing opgelegd aan een RA die niet had voldaan aan zijn PE-verplichtingen. Dat heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) geoordeeld.

De RA had minder dan 20 uur aan gecertificeerde PE-activiteiten besteed in het jaar 2013 en reageerde niet op een brief van de NBA inzake de op hem rustende PE-verplichtingen over het jaar 2013. De Accountantskamer heeft de RA de maatregel van waarschuwing opgelegd en een geldboete van € 1.000. Bij de beslissing tot het opleggen van de geldboete en het bepalen van de hoogte ervan heeft de Accountantskamer rekening gehouden met de omstandigheid dat collega-accountants, die zich wel aan hun PE-verplichtingen hebben gehouden, deswege studiekosten – het besteden van arbeidsuren daaronder begrepen – hebben moeten maken en dat zulks ten onrechte niet bij appellant het geval is. Het verschil in positie van appellant ten opzichte van bedoelde collega-accountants heeft de Accountantskamer, als het gaat om de economische waardering van dat verschil, geschat op € 50- per aan PE te besteden uur.

Het CBb is het eens met de tuchtrechter. De Accountantskamer heeft terecht geoordeeld dat de RA niet heeft voldaan aan zijn verplichting om in 2013 minimaal 20 PE-punten te behalen bij erkende PE-instellingen. Voorts staat vast dat de Accountantskamer terecht heeft geoordeeld dat appellant niet heeft gereageerd op een brief van de NBA van 3 november 2014 waarbij de NBA, na het toezenden van eerdere herinneringen, een laatste gelegenheid aan appellant heeft gegeven om een schriftelijke reactie in te dienen ten aanzien van zijn achterstand in de PE-verplichtingen. De RA heeft daarmee naar het oordeel van het CBb in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid. Het hoger beroep is dan ook ongegrond.

Gerelateerde artikelen