Uitgekeerde letselschadevergoedingen behoren tot rendementsgrondslag box 3

In hoger beroep heeft Gerechtshof Amsterdam geoordeeld dat uitgekeerde letselschadevergoedingen behoren tot de grondslag voor de heffing bij sparen en beleggen.

Belanghebbende (X) heeft in het verleden verschillende letselschadevergoedingen ontvangen in verband met verkeersongevallen. De vergoedingen hebben betrekking op schade die het gevolg is van verkeersongevallen die in 1988, 1994 en 2001 hebben plaatsgevonden.

X stelt dat de rendementsgrondslag van box 3 op de peildatum 1 januari 2013 mag worden verminderd met dat deel van de bank- en spaartegoeden dat betrekking heeft op de door X ontvangen maar nog niet uitgegeven schadevergoedingen.

X heeft beroep ingesteld bij Rechtbank Noord-Holland inzake een afwijzing van de Inspecteur op een verzoek om ambtshalve vermindering.

Rechtbank Noord-Holland heeft het beroep van X ongegrond verklaard. De Wet IB 2001 voorziet niet in een vrijstelling voor zover het banktegoed ontvangen bedragen aan schadevergoedingen behelst.

X heeft tegen deze uitspraak sprongcassatie willen instellen bij de Hoge Raad. Aangezien de Inspecteur hiermee niet heeft ingestemd, heeft de Hoge Raad het beroepschrift doorgezonden naar Hof Amsterdam.

X maakt volgens het Hof geen feiten en omstandigheden aannemelijk op grond waarvan hij recht heeft op de gewenste vermindering. Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.

 

(Bron: Fiscanet)

Gerelateerde artikelen