Tuchtklacht: Groothandel gedupeerd door onderzoek accountant

In een geschil tussen Op=Op Partijgroothandel en enkele ex-franchisenemers dat dient bij de rechtbank Noord-Nederland is een stuk van een accountant ingebracht. De opsteller daarvan werd vrijdag 17 april gedaagd voor de tuchtrechter. Hij trok volgens de groothandel conclusies die hij niet kon trekken, met alle gevolgen van dien.

Circa 90 winkels in het land werken onder de Op=Op-formule. De groothandel koopt in voor al die winkeliers. Het gaat veelal om partijhandel. Omdat de winkels continuïteit moeten bieden, liggen de inkoopprijzen soms hoger dan gemiddeld. Op=Op rekent de winkeliers vervolgens een gemiddelde inkoopprijs, zo legde de raadsman van de groothandel vrijdag uit in de Accountantskamer.

De winkeliers hadden echter het vermoeden dat de groothandel hen te hoge prijzen rekende en stapten naar de rechter. Om hun standpunt te onderbouwen, zochten ze hulp van de gedaagde RA. Hij stelde twee stukken op. In het eerste vergeleek hij de aangeleverde cijfers met facturen. Dit om te bevestigen dat de prijzen genoemd door de winkeliers overeenkomen met die facturen. Vervolgens stelde hij een stuk op dat was bedoeld ter ondersteuning van de advocaat. Die bracht het stuk prompt in de procedure in, tot schrik van de registeraccountant, zo stelde hij vrijdag.

Volgens de klager heeft de accountant zijn fout erkent, maar laat hij het aan procespartijen om het op te lossen. Het stuk lijkt ‘assurance’ te verschaffen, terwijl het niet voldoet aan de eisen van een assurancerapport. Zo noemde de RA de prijzen die Op=Op de winkeliers rekende 43,6 procent hoger dan de marktconforme prijs. Maar het was geen representatieve steekproef, zei de gedaagde op vragen van de Accountantskamer. De stukken bevestigden het standpunt van de ex-franchisenemers. ‘De accountant erkent dat het stuk een objectievere uitstraling heeft dan beoogt. Hij had in zijn stuk beperkingen moeten aanbrengen’, stelde de raadsman van de klager. ‘Zijn stukken kunnen de toets der kritiek niet doorstaan.’ De procedure is voor de groothandel van belang omdat de ex-franchisenemers een schadevergoeding willen.

De accountant stelde dat hij eerst alleen cijfers vergeleek. ‘Mijn verslag was alleen bedoeld om de rechter het vertrouwen te geven dat de cijferoverzichten in overeenstemming waren met de facturen en bestellijsten.’ Daarna stelde hij een nadere beschouwing op voor de advocaat. Toen die in het geschil werd ingebracht, liet hij zijn advocaat een brief opstellen. Daarin staat dat het stuk niet bedoeld is om gebruikt te worden in een rechtszaak. Het stuk terugtrekken, was niet aan hem. ‘Dat kan ik niet, want ik ben geen partij in het geschil.’

Vonnis over circa 10 weken.

(Door: Michiel Satink/JPZ)

Gerelateerde artikelen