Opbrengst van verhuur van 23 studentenpanden valt in box 3
Een arbeidsongeschikt geworden metselaar heeft in een periode van 25 jaar een portefeuille opgebouwd van 23 panden die allemaal zijn gelegen in een stad. Het betreft 31 woonadressen met in totaal 90 à 100 kamers. De woningen worden veelal – maar niet uitsluitend – aan studenten verhuurd. Volgens de belastinginspecteur moet de opbrengst van de verhuur van de (studenten)kamers in box 1 verantwoord worden.
De belanghebbende stelt dat er geen sprake is van meer dan normaal actief vermogensbeheer en dat de panden moeten worden verantwoord in box 3. Rechtbank Noord-Nederland en Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden geven de belanghebbende gelijk. Van de door de belanghebbende zelf verrichtte werkzaamheden kan niet worden gezegd dat deze normaal actief vermogensbeheer te boven gaan.
Voorts is van belang dat de belanghebbende zijn werkzaamheden, bij een gelijk gebleven aantal panden, thans aan een externe beheerder heeft uitbesteed en daarvoor in 2014 € 7.200 (exclusief btw) heeft betaald. Daarnaast heeft hij in dat jaar een vergoeding van € 5.000 betaald voor de door zijn zoon verrichtte werkzaamheden ten behoeve van de verhuur van de panden. Deze bedragen zijn in verhouding tot het aantal te beheren panden dusdanig gering dat ook daaruit niet kan worden afgeleid dat de werkzaamheden in de onderhavige jaren waarin de belanghebbende de werkzaamheden zelf, dan wel samen met zijn zoon verrichtte, een meer dan normaal actief vermogensbeheer te boven zouden zijn gegaan.
Het gerechtshof oordeelt verder nog dat van het uitponden van onroerende zaken (in de zin van het telkens verkopen van vrijkomende huurwoningen) bij de belanghebbende geen sprake is. Gelet hierop wordt ook de stelling van de belastinginspecteur dat sprake is van resultaat uit overige werkzaamheid verworpen.
(Bron: Fiscanet)