DNB: Transactiemonitoring van trustkantoren schiet tekort
De trustsector speelt in haar rol als poortwachter een cruciale rol in het herkennen en voorkomen van (onder andere) witwassen en het financieren van terrorisme. Met een adequaat transactiemonitoringproces kunnen trustkantoren ongebruikelijke transacties tijdig identificeren en melden.
Onderzoek
DNB onderzoekt momenteel hoe verschillende instellingen de transacties van hun cliënten monitoren. Dit themaonderzoek vindt plaats bij trustkantoren, banken, betaalinstellingen en geldtransactiekantoren. De eerste resultaten van de zes onderzoeken bij trustkantoren zijn bekend. Hieruit blijkt dat de transactiemonitoring van de trustsector niet altijd voldoet aan de verwachtingen. Zo voeren de trustkantoren de transactiemonitoring bijvoorbeeld niet voldoende (zichtbaar) risicogebaseerd uit.
Hoogrisicotransacties
Internationale kaders, nationale wet- en regelgeving voor de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering zijn zodanig vormgegeven dat de focus moet liggen op hoogrisicofactoren. Denk bijvoorbeeld aan consultancybetalingen, commercieel-onroerendgoedtransacties en het verkrijgen van vergunningen in onder meer de olie-industrie. Dit soort transacties gaan gepaard met een verhoogd risico op witwassen en corruptie en moeten scherp gemonitord worden. Een trustkantoor dat alleen transacties boven een bepaalde waarde monitort, schiet tekort. Dat is geen adequate invulling van een risicogebaseerde transactiemonitoring.
Vastlegging
Trustkantoren schieten ook regelmatig tekort in het structureel vastleggen van de transactiemonitoring en het vastleggen en escaleren van interne alerts. Daarmee missen ze een fundamentele basis voor de monitoring. Immers, het adequaat vastleggen van de beoordeling, overwegingen en eventuele consultatie bij compliance maakt het beter mogelijk om ongebruikelijke transactiepatronen te herkennen. Daarnaast blijkt dat naar aanleiding van een incident en/of negatieve publiciteit niet standaard een ‘look-back’-procedure uitgevoerd wordt op transacties in het verleden.
Guidance
Op basis van dit themaonderzoek geeft DNB later dit jaar nadere guidance voor het inrichten van de transactiemonitoring. DNB verwacht dat trustkantoren beoordelen of de transactiemonitoring adequaat is ingericht én waar nodig aanpassingen doorvoeren om ongebruikelijke transacties tijdig te kunnen identificeren. DNB wijst in dit verband expliciet op de verplichting van trustkantoren om alle ongebruikelijke transacties direct te melden aan de FIU.