Autoriteit Persoonsgegevens ontvangt flink meer privacyklachten
In 2019 dienden ruim 27.800 mensen een klacht hierover in. De AP stelt dat ondanks maatregelen om klachten sneller af te handelen, de capaciteit onvoldoende blijft om mensen snel genoeg te helpen.
De sterke stijging van het aantal klachten is volgens de AP voor een deel te verklaren door de invoering van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) op 25 mei 2018. Daarnaast kwamen er in de tweede helft van 2019 minder klachten binnen dan in de eerste helft, waarschijnlijk vooral doordat de AP in de tweede helft van 2019 het bestaande klachtenproces heeft aangepast, waardoor onbedoelde klachten worden voorkomen.
De meeste klachten, 29 procent, gaan over een schending van een privacyrecht, zoals het recht op inzage en het recht op verwijdering. Verder gingen veel klachten over ongevraagde reclame (15 procent) en over organisaties die persoonsgegevens ongevraagd doorgeven aan derden.
De toezichthouder handelde vorig jaar 20.700 klachten af. Naar aanleiding van deze klachten verrichtte de AP 138 onderzoeken. Bij 25 daarvan werd een overtreding geconstateerd, wat leidde tot een boete of andere sanctie. Een groot deel van de klachten handelde de AP op een andere manier af, bijvoorbeeld door een brief met de uitleg van de privacyregels te sturen aan de organisatie die vermoedelijk de regels overtreedt.
De AP stelt in de toekomst graag vaker een onderzoek te starten, wanneer daar voldoende capaciteit voor is. Ook kan de privacywaakhond volgens Wolfsen met het huidige aantal medewerkers de meeste klachten pas na zes maanden in behandeling nemen. In mei is naar verwachting een onderzoek klaar naar de capaciteit en financiering van de AP.