Wanneer een rechtspersoon een belastingschuld niet op tijd kan betalen, eist de Invorderingswet 1990 dat de bestuurders van de rechtspersoon een melding betalingsonmacht doen bij de Ontvanger van de belastingdienst. Als de melding niet of te laat wordt gedaan, zijn alle bestuurders hoofdelijk (privé) aansprakelijk voor de niet betaalde belastingschuld. Veelal zal het gaan om de loonbelasting en omzetbelasting van een onderneming.
De in Nederland gevestigde ondernemers die in financieel, organisatorisch en economisch opzicht zijn verweven, vormen voor de BTW een fiscale eenheid. De positie van de van de holding in de mogelijkheden om een fiscale eenheid voor de BTW te vormen is een veelbesproken onderwerp. Dit heeft met name te maken met het recht op aftrek van BTW. Als de holding geen ondernemer is en niet deel kan nemen aan een fiscale eenheid BTW heeft zij geen recht op aftrek van BTW.
Doordat het inkomen uit wederrechtelijk voordeel wordt belast in het jaar waarin het wordt verdiend en de aftrek van een velen jaren later onherroepelijk wordende ontnemingsmaatregel pas aftrekbaar wordt op het moment van betalen, leidt het heffen over crimineel inkomen (nog afgezien van een op te leggen boete) en vervolgens ‘plukken’ tot een schuld aan twee onderdelen van diezelfde overheid; plukken en belasten leidt tot dubbel gepakt!
Op 13 juli jl. stond de eerste verdachte in een grootschalig onderzoek naar zwartspaarders voor de rechter. De Belastingdienst, FIOD en het OM werken al drie jaar nauw samen in dit grootschalige onderzoek naar vermeende zwartspaarders; het zogenaamde 'project debet- en creditcards'. Het project heeft inmiddels geleid tot diverse lopende onderzoeken van de FIOD en het OM naar fiscale fraude en witwassen. Het is echter de vraag of de onderzoeksmethode houdbaar is en of nog gebruik kan worden gemaakt van de inkeerregeling.
Op 18 december 2008 wees het Europese Hof van Justitie (hierna: HvJ) het Sopropé-arrest waarin werd geoordeeld dat een belastingplichtige voorafgaand aan het vaststellen van een bezwarend besluit (zoals een uitnodiging tot betaling of een naheffingsaanslag omzetbelasting) moet worden gehoord. Gebeurt dat niet, dan is in principe het (communautaire) verdedigingsbeginsel geschonden. Over de gevolgen die vervolgens aan een dergelijke schending verbonden moesten worden, liet het HvJ zich in 2008 evenwel nog niet uit.
Van Weerelt v. Nederland: geen nemo tenetur verweer zonder (definitieve) ‘criminal charge’. Hoge Raad: afdwingen wilsafhankelijk bewijs mag, maar niet voor de boete.
Iedere accountant weet waar DMAIC voor staat. Hoe zouden we zonder die methodiek ons werk kunnen doen?
Eind 2010 was politiek Den Haag in de ban van de Edelweissroute. Met deze route zou gebruik worden gemaakt van het beroepsgeheim van notarissen om de erfenis van ongeregistreerde bezittingen of bezittingen die vallen onder een bankgeheim buiten de erfbelasting (toen nog successierechten geheten) te houden. Om van deze route gebruik te kunnen maken wijst een belastingplichtige tijdens zijn leven een executeur-testamentair aan.
De werkkostenregeling is inmiddels een half jaar verplicht. Iedere werkgever heeft er nu dus mee te maken. Op de regeling is behoorlijk wat kritiek geuit vanuit de praktijk. Het feit dat bijvoorbeeld het voorzien in bedrijfsfitness op vijf verschillende manieren kan worden behandeld maakt de regeling zacht gezegd kolderiek.
Accountants zijn druk met de vraag of ze er goed aan doen een eed af te leggen. Als advocaat heb ik daar wel een mening over. Ik geloof namelijk niet in een eed.
Het afpakken van wederrechtelijk verkregen voordeel van veroordeelden blijft een hot item. Misdaad mag immers niet lonen. De bedoeling is echter ook dat belastingheffing en ontneming niet cumuleren: afgepakte inkomsten behoren niet nog eens te worden belast. De ‘gewone’ ontneming is aftrekbaar en loopt daarmee theoretisch fiscaal neutraal. Er zijn echter ook alternatieve (om)wegen om voordeel af te pakken. Dan is de vraag: loopt dit net zo neutraal of wordt iemand daardoor dubbel gepakt?
In verband met het belang voor de heffing van de BTW worden aan de administratie strenge eisen gesteld. De Staatssecretaris heeft in december 2014 bovendien een geactualiseerd besluit gepubliceerd met betrekking tot de administratieve en factureringsverplichtingen in de BTW. De belangrijkste (nieuwe) eisen op een rij.
Staatssecretaris van Financiën Wiebes heeft de Tweede Kamer verzocht het wetsvoorstel Elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst met spoed af te handelen, zodat de nieuwe regels per 1 oktober 2015 in werking kunnen treden. De belangrijkste wijziging zal zijn dat ook de belastingaanslagen elektronisch zullen worden verzonden aan belastingplichtigen.
Gemoraliseer in uitspraken, louter ‘sturing’ via arresten, de aangifte tegen Financiën en de trots van onze Staatssecretaris brachten mij er toe in een drieluik te bloggen over de risico’s van procederen. Het eerste deel, het risico van veel frustratie en irritatie jegens de wederpartij, de Belastingdienst, plaatste ik in de week van 27 april. Het tweede deel, over het risico van onvoldoende kwaliteit bij de procespartijen, volgde in de week van 18 mei. In dit laatste blog sluit ik het drieluik af met het risico van de kosten van procederen en de gebrekkige vergoeding daarvan bij gelijk krijgen van de rechter in een gevoerde procedure.
Met enige regelmaat ben ik aan te treffen in het gerechtsgebouw in Zwolle. Ik sta dan meestal accountants bij die zich moeten verantwoorden bij de Accountantskamer. Daarnaast sta ik accountants bij de gewone rechter bij. De meeste klagers zitten er meestal niet voor het grotere algemene belang, maar voor hun eigen belang. Niets menselijks is hen vreemd en de gewone rechter kent wel schadevergoedingen toe en de tuchtrechter niet. Het is maar dat u het weet. U kunt hooguit tegen een boete aanlopen, maar dat is een zeldzaamheid. Een klacht indienen over een accountant is trouwens goedkoop en helemaal niet ingewikkeld.
Een van de risico’s binnen het ondernemerschap is het niet betalen van facturen door afnemers. Zeker in de huidige economische tijd is dit een veelvuldig voorkomend probleem. Als een afnemer onverhoopt geheel of gedeeltelijk niet betaalt, kan de betreffende leverancier de BTW, die is begrepen in die oninbare vordering, niet als voorbelasting in aftrek brengen in de BTW-aangifte.
In fiscale strafzaken is het (audio en/of visueel) opnemen van verhoren geen gemeengoed. Verklaringen worden – in de regel samengevat – schriftelijk vastgelegd in een proces-verbaal. Uit een onlangs door het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) uitgevoerd onderzoek [1] blijkt dat hierbij veel informatie verloren gaat. Is dit altijd erg? Welke taak ligt hier voor de verdediging?
Het aandeel in financiering door de huisbankier neemt jaar in jaar uit met ongeveer 10 procent af. Daarom moeten accountants, maar ook controllers en eigenaren van ondernemingen op de hoogte zijn van de ins en outs van alternatieve financieringsvormen. Deel 10 van een serie: Overheidsregelingen (2).
Het aandeel in financiering door de huisbankier neemt jaar in jaar uit met ongeveer 10 procent af. Daarom moeten accountants, maar ook controllers en eigenaren van ondernemingen op de hoogte zijn van de ins en outs van alternatieve financieringsvormen. Deel 9 van een serie: Overheidsregelingen (1).
In een column op advocatie keurde Lucien Wopereis een enkele week geleden rechterlijk gemoraliseer in uitspraken af. De Hoge Raad vraagt zich in blogstelling #2 op de jubileumwebsite af of de Belastingkamer rechtbanken en gerechtshoven uitsluitend moet ‘sturen’ via zijn arresten.
Het aandeel in financiering door de huisbankier neemt jaar in jaar uit met ongeveer 10 procent af. Daarom moeten accountants, maar ook controllers en eigenaren van ondernemingen op de hoogte zijn van de ins en outs van alternatieve financieringsvormen. Deel 8 van een serie: Achtergestelde leningen, bootstrapping en sweat equity.
In 2008 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU 18 december 2008, nr. C-349/07, Sopropé) het verdedigingsbeginsel op de kaart gezet. Dit beginsel houdt - kort gezegd - in dat de belastingplichtige voorafgaand aan het vaststellen van een bezwarend besluit (bijvoorbeeld een belastingaanslag) moet worden gehoord. Dat bezwarende besluit moet de belastingplichtige wel aanmerkelijk raken in zijn belang. Over de vragen op welke belastingmiddelen het verdedigingsbeginsel betrekking heeft, wanneer het verdedigingsbeginsel is geschonden en wat de gevolgen van die schending zijn, bestaat de nodige discussie.
Arie Molenkamp reageert op het artikel 'Interne en externe auditor bij datamigratie: samenwerking loont'. “Een mengelmoes aan gebezigde audittermen, boude uitspraken over het wezen van externe accountancy en over dat van internal auditing.”
Wetsvoorstel 34176 heeft bestaande verschillen tussen Titel 9 en de 4e en 7e EG-richtlijn niet geëlimineerd, waardoor Titel 9 dus evenmin aan de nieuwe richtlijn voldoet. Dit artikel bespreekt een tiental bepalingen waarvoor dit het geval is en waarom het noodzakelijk is dat deze alsnog in overeenstemming met de richtlijn worden gebracht.
In een column op advocatie keurt Lucien Woppereis vorige week rechterlijk gemoraliseer in uitspraken af. De Hoge Raad vraagt zich in blogstelling #2 op de jubileumwebsite af of de belastingkamer rechtbanken en gerechtshoven uitsluitend moet ‘sturen’ via zijn arresten. Ondertussen doet de president van Hof Arnhem-Leeuwarden aangifte omdat Financiën ambtenaren zou hebben beïnvloed bij het afleggen van een getuigenverklaring en is onze Staatssecretaris, in zijn reactie op het rapport van de Ombudsman waarin conclusies worden getrokken over een recordaantal klachten, trots op de professionaliteit van de Belastingdienst. Een en ander brengt mij tot een drieluik over de risico’s van procederen.
De wetgever zegt niets in de memorie van toelichting over enkele wijzigingen in EG-richtlijn 2013-34, zoals de vermelding van pensioenregelingen (bij niet in de balans opgenomen verplichtingen), en aangegane pensioenverplichtingen met directie en commissarissen (bij de bestuurdersbezoldiging). Dat geldt ook voor twee algemene uitgangspunten voor het opstellen van de jaarrekening, te weten ‘substance over form’ en materialiteit. Deze worden kennelijk niet relevant geacht voor Titel 9. Het wetsvoorstel vindt het niet noodzakelijk in te gaan op eerder ingenomen standpunten over lidstaatopties als het kasstroomoverzicht en de vrijstelling van consolidatieplicht voor middelgrote groepen. Evenmin staat het wetsvoorstel toe de bepalingen voor micro-rechtspersonen al te laten ingaan voor boekjaren aanvangende op of na 1 januari 2014, terwijl de richtlijn daar wel de ruimte voor geeft. Dit artikel bespreekt de gevolgen van het achterwege laten van deze bepalingen.
Leveringen en diensten via internet zijn een erg interessant onderwerp voor de BTW. De BTW-gevolgen zijn sterk afhankelijk van de feiten.
De '3 manieren om uw accountantskantoor te laten groeien' formule legt uit dat om de omzet te laten groeien, u ofwel meer klanten moet vinden, vaker iets aan uw klanten moet verkopen of de gemiddelde transactiewaarden verhogen. Het is een eenvoudige formule, maar erg handig bij het analyseren waar de aanknopingspunten zijn voor de groei van uw kantoor.
“We zijn nu in control” had de directievoorzitter gezegd. Het sloeg ten kantore van de concerncontroller in als een bom, toen bleek dat de extern accountant bij de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden vond dat hij niet op de internal auditfunctie kon steunen.
Voor het beheersen van projecten is de reguliere planning en controlcyclus ontoereikend, eerder zelfs verwarrend. Accountants doen er goed aan zich te verdiepen in integrale projectbeheersing, project control.
Hoewel wetsvoorstel 34176 vaststelt dat EG-richtlijn 2013-34 de eisen voor kleine ondernemingen limitatief heeft geformuleerd, zijn de consequenties daarvan niet in het wetsvoorstel opgenomen. Als Nederland binnen Europa niet enorm uit de pas wil lopen waar het de verslaggeving door kleine ondernemingen betreft, dan zal de voorgestelde tekst van art. 396 significant moeten worden aangepast.
De concurrentiedruk neem sterk toe in de accountancy. Dit wordt bevestigd in vele rapporten die de afgelopen jaren uitkwamen. Gedreven door deze trend is er een duidelijke behoefte aan onderscheidend vermogen, nieuwe klanten en het behouden van bestaande klanten. Maar hoe krijg je dit als accountant voor elkaar? Deel 1 van een serie naar aanleiding van de recente Accountancy Marketing Barometer.
De wetgever heeft het niet nodig gevonden Titel 9 integraal te herzien op basis van EG-richtlijn 2013-34, maar heeft zich beperkt tot inhoudelijke wijzigingen. Daarbij is art. 362 lid 9 aan de aandacht ontsnapt, waardoor de nieuwe artikelen 380b en 380c er niet aan zijn toegevoegd. Ten onrechte, want deze bepalingen zien ook op ondernemingen (in ieder geval de Organisaties van Openbaar Belang (OOBs) daaronder) die rapporteren volgens IFRS. Daarnaast heeft de wetgever verzuimd om art. 362 lid 9 uit te breiden met andere bepalingen uit de Richtlijn die niet door IFRS worden afgedekt en onduidelijkheden weg te nemen die bestaan bij de toepassing van art. 362 lid 9. Dit artikel bespreekt de lacunes in art. 362 lid 9 en hoe zij kunnen worden opgevuld. Wetsvoorstel 34176 in zijn huidige vorm is een gemiste kans om de kwaliteit te verhogen van de verslaggeving door ondernemingen die volgens IFRS rapporteren, en duidelijkheid te creëren voor opstellers, gebruikers en controleurs van jaarrekeningen.
Een DGA moet altijd zakelijk handelen met zijn BV. Zeker als hij geld leent aan of van de BV. Dit is trouwens niet alleen bij leningen zo, maar ook als hij borg staat voor de BV. Het is inmiddels zeer gebruikelijk dat de bank als meerdere zekerheid voor haar financiering aan de BV een privé borgstelling van de aandeelhouder vraagt. De DGA doet er goed aan om in dat geval een borgstellingsvergoeding van de BV te bedingen. Met een borgstellingsvergoeding wordt de kans namelijk een stuk groter dat de betaling aan de bank, wanneer de borg wordt aangesproken, aftrekbaar is.
Uw woonplaats is van groot belang voor de belastingheffing. Veel soorten inkomen zijn immers alleen belast als u binnenlands belastingplichtig bent. M.a.w. als u fiscaal inwoner van Nederland bent. Vaak is uw woonplaats wel duidelijk. Maar soms ook niet. Wat als u bijvoorbeeld zowel in Nederland als in België een woning heeft? En daar ook regelmatig verblijft. De inschrijving bij de Gemeentelijke Basis Administratie is natuurlijk wel een aanwijzing. Maar zeker niet doorslaggevend. Dat is het zogenoemde “middelpunt van uw sociale leven”. En waar dat ligt is een puur feitelijke constatering. In een recente uitspraak kwam de inspecteur met een mooie en leerzame opsomming van relevante feiten.
De inspecteur kijkt altijd met meer dan gemiddelde belangstelling naar leningen in de familiesfeer. Een bekend voorbeeld van zo’n lening is bijvoorbeeld de “generatie-hypotheek”. Ouders lenen hun kind een bedrag ter aankoop van een eigen woning. De rente is aftrekbaar bij het kind in box 1 en de vordering bij de ouders belast in box 3. Dat betekent vaak een groot tariefsvoordeel. Nog mooier wordt het als het kind de rente kan betalen met een (belastingvrije) schenking van de zijn ouders. Maar werkt dat ook echt?
AccountantWeek.nl informeert over zaken die voor accountants, medewerkers van MKB-accountantskantoren en hun klanten écht relevant zijn. Als lid ben je altijd op de hoogte van het laatste nieuws.
Kan ik je van dienst zijn met een toelichting of advies? Bel of mail gerust. Ik neem graag de tijd voor je.
AccountantWeek.nl is onderdeel van Sijthoff Media, dé partner voor (finance) professionals. Benut de vele advertentiemogelijkheden.
Daan Commandeur Partner Manager
0628068433 daancommandeur@sijthoffmedia.nl