Richtlijnvoorstel voor btw op vouchers aangenomen

28 juni 2016

Bedrijfsleven en consumenten krijgen meer duidelijkheid over de btw bij betaling met een voucher in het buitenland. Een voucher is bijvoorbeeld een telefoonkaart, bioscoop- of hotelbon. De Europese Raad van Ministers heeft hiervoor op 27 juni 2016 een richtlijn aangenomen. Hiermee komt een einde aan de situatie van geen of zelfs dubbele btw-heffing bij gebruik van een voucher in het buitenland.

Om de welvaart in de EU en de onderlinge handel tussen de lidstaten te bevorderen zijn de nationale btw-regels in de EU in de loop der jaren sterk op elkaar afgestemd. Op dit moment loopt die afstemming minder goed wanneer consumenten met een voucher in een ander land betalen. Nu kan het bijvoorbeeld gebeuren dat in het ene land btw geheven wordt wanneer een telefoonkaart wordt gekocht, terwijl in het andere land btw wordt geheven wanneer met de telefoonkaart wordt gebeld. Zo wordt twee keer btw betaald voor één telefoongesprek.

Andersom kan het ook voorkomen dat de telefoonkaart zonder btw gekocht wordt in het ene land en dat over het telefoneren in een ander land evenmin btw wordt geheven. In zo’n geval wordt per saldo helemaal geen btw over het telefoongesprek betaald.

De regeling die nu onder Nederlands voorzitterschap tot stand is gekomen maakt een einde aan deze ongewenste situatie. In de nieuwe opzet zijn de regels in alle lidstaten van de EU gelijk en wordt uiteindelijk maar één keer btw geheven wanneer gebruik wordt gemaakt van een voucher, zoals dat ook het geval is wanneer je contant of op een andere manier betaalt.

De lidstaten van de EU moeten deze richtlijn uiterlijk op 31 december 2018 hebben geïmplementeerd in nationale wetgeving, waarna deze wetgeving in de hele EU met ingang van 1 januari 2019 in werking zal treden.