‘Pensioenbanksparen voldoet niet aan eis van levenslange uitkering’

Banksparen voldoet volgens staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) niet aan de eis dat pensioen in de tweede pijler levenslang moet zijn.

Dit stelt de staatssecretaris in een brief die ze aan de Tweede Kamer heeft gestuurd naar aanleiding van de uitvoering van een motie over banksparen. Ter uitvoering van de motie is verkend hoe banksparen zou kunnen dienen als alternatief voor premieregelingen en verzekeringsproducten bij de uitvoering van arbeidsgerelateerd pensioen. In de brief worden de voor- en nadelen van een bankspaarproduct met afdekking van het langlevenrisico in de tweede pijler geschetst.

Klijnsma concludeert dat pensioenbanksparen in de tweede pijler in de huidige lage renteomgeving kan leiden tot een initieel hogere uitkering dan een levenslange annuïteit bij een verzekeraar. Het ontbreekt de deelnemer daarmee wel aan een levenslange garantie op een uitkering alsook garanties over de hoogte van deze uitkering.

Klijnsma: “Het principe van een levenslange uitkering is nu stevig verankerd in de Pensioenwet en ik wil daar niet aan tornen. Gelet op het uitgangspunt dat ouderdomspensioen levenslang moet zijn, zal een bankspaarrekening altijd samen moeten gaan met een aanvullende levensverzekering. De combinatie van een bankspaarproduct met een verzekering lijkt op dit moment niet commercieel uitvoerbaar. Een dergelijk combinatie zou weliswaar tot een levenslange uitkering leiden, maar ook leiden tot een (sterke) daling van het inkomen op hogere leeftijd na aflopen van het bankspaarproduct. Zodoende lijkt de mogelijkheid van doorbeleggen tijdens de uitkeringsfase een aantrekkelijker alternatief om de effecten van de lage renteomgeving voor de deelnemer te mitigeren.”

Gerelateerde artikelen