Met een hogere opleiding red je het niet, in de kenniseconomie
Robots zijn veel beter in en geschikt voor hoogwaardig denkwerk, dan voor 'eenvoudig' productiewerk.
Uit onderzoek blijkt, dat de behoefte aan ‘skilled labor’ in de VS piekte rond het jaar 2000. Daarna daalde de behoefte aan HBO- en hoger opgeleiden, zeker in alfa- en gammawetenschappen, schrikbarend snel. Je zult bij Starbucks etc. dan ook steeds vaker bediend worden door academisch geschoolde barista’s.
Deze bevindingen halen een adagium onderuit, dat zeker bij politieke partijen nog welig tiert: dat je voor de kenniseconomie vooral véél en meer hoger opgeleiden nodig zou hebben. Quod non, zo blijkt.
Robots zijn veel beter in ingewikkeld denkwerk dan in eenvoudig productiewerk. Ze vervangen gemakkelijker een advocaat, journalist of accountant dan een veel lager betaalde arbeider, die met zijn menselijke oog-handcoördinatie veel beter in staat is objecten fysiek te verplaatsen of bewerken dan de meest sophisticated machine.
Daarom schrijven robots nu al coherenter nieuwsartikelen dan het gemiddeld journaille, doorzoeken robots efficiënter en effectiever enorme hoeveelheden jurisprudentie en zijn ze veel beter als beurshandelaar dan welke mens ook.
Banen voor (alleen maar) hoogopgeleiden worden met de dag schaarser. En dat probleem voor de kenniseconomie-adepten wordt nog verergerd door het besef, dat niet elke student die een master of bachelor haalt echt getalenteerd is. Slechts een klein aantal zal in staat zijn de functies en banen te vervullen waarvoor echt academisch niveau vereist is.
Dat betekent dat wie vooruit denkt, nu al moet beseffen dat we mogen verwachten dat voor grote aantallen hoger opgeleiden straks geen werk meer zal zijn. Wel voor goede loodgieters en monteurs.