‘Koopkracht meestal lager dan loonstrookje’
Dit blijkt uit de laatste koopkrachtberekeningen van het Nibud. Het Nibud adviseert alle huishoudens om hun eigen koopkracht te bekijken en een persoonlijke begroting voor 2017 te maken om zo grip te houden op de eigen inkomsten en uitgaven.
Loonstrookje geeft geen compleet beeld
De eerste loonstrookjes van dit jaar geven niet hetzelfde beeld als de koopkrachtplaatjes. Door de inflatie en verhoogde zorgpremie is de koopkrachtstijging lager dan het loonstrookje laat zien. Midden- en hogere inkomens (vanaf ongeveer 35.000 euro per jaar) gaan er daardoor niet of nauwelijks op vooruit. De verhoging van de zorg- en huurtoeslag, het verhoogde kindgebonden budget en de verhoogde algemene heffingskorting zorgen ervoor dat de lagere inkomens (tot 35.000 euro per jaar) gecompenseerd worden en daardoor in 2017 meer te besteden hebben.
(Vervroegd) gepensioneerden leveren in
Voor ouderen met een hoger aanvullend pensioen daalt de koopkracht doordat de pensioenen gemiddeld genomen niet geïndexeerd wordt. Dit kan gaan om een koopkrachtdaling van ruim 50 euro per maand. Ook voor vroeg gepensioneerden daalt de koopkracht. Zij profiteren (nog) niet van hogere heffingskortingen waar AOW’ers wel van profiteren en gaan er gemiddeld twee tientjes per maand op achteruit.
Eigen bijdrage Wmo naar beneden
Vlak na Prinsjesdag heeft het kabinet besloten de eigen bijdrage Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) te verlagen. De groep alleenverdieners met een chronisch zieke of gehandicapte partner profiteert hier het meest van. Voor een huishouden met één kostwinner met een modaal inkomen daalt de eigen bijdrage met 50 euro per maand. Het Nibud is blij om te zien dat deze mantelzorgende groep, die niet in de gelegenheid is méér te werken, op deze manier gecompenseerd wordt.
Koopkrachtberekenaar
De nieuwste koopkrachtcijfers zijn verwerkt in de gratis Koopkrachtberekenaar 2017 die het Nibud heeft ontwikkeld. Met deze gratis tool kunnen huishoudens checken hoeveel hun koopkracht er in 2017 op voor- of achteruit gaat. Dit geeft een algemeen beeld van de verandering in koopkracht en kan aanleiding zijn om voorbereidingen te treffen om de huishoudportemonnee in balans te houden.