Btw-compensatiefonds; exploitatie begraafplaats is geen specifieke overheidstaak
De gemeente Krimpen aan den IJssel (X) is eigenaar en exploitant van twee begraafplaatsen. De exploitatie bestaat onder meer uit het aanleggen, onderhouden en uitbreiden van de begraafplaatsen, alsmede uit de uitgifte van grafrechten.
X heeft in de opgave voor het btw-compensatiefonds (Bcf) voor het jaar 2007 onder meer de omzetbelasting opgegeven die aan haar in rekening is gebracht ter zake van aan haar verrichte prestaties ten behoeve van de voormelde begraafplaatsen. X heeft hiervoor een bijdrage uit het Bcf ontvangen van € 234.140. De Inspecteur heeft dit echter gecorrigeerd. Hij is van mening dat X ter zake van de exploitatie van de begraafplaatsen handelt in de hoedanigheid van ondernemer.
Bij Rechtbank Den Haag is in het bijzonder in geschil of X voor wat betreft de exploitatie van de begraafplaatsen al dan niet als overheid handelt in de zin van artikel 3 Wet Bcf.
De Rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond. Van de werkzaamheden die hier aan de orde zijn, te weten de aanleg, het onderhoud en de uitbreiding van begraafplaatsen en de uitgifte van grafrechten, kan niet worden gezegd dat X deze verricht in het kader van het specifiek voor haar geldende regime. Uit de Wet op de lijkbezorging (Wlb) volgt namelijk geenszins dat X deze werkzaamheden niet onder dezelfde juridische voorwaarden verricht als particuliere exploitanten. Artikel 24 Wlb bepaalt slechts dat er twee soorten begraafplaatsen zijn, te weten gemeentelijke en bijzondere begraafplaatsen. Een gemeentelijke begraafplaats is niets anders dan een begraafplaats die eigendom is van degemeente. De exploitatie kan in handen zijn van een gemeente, maar dat is niet verplicht.
(Bron: Fiscanet)