‘Accountants zijn net keepers, wat fout gaat staat centraal’
De Accountantskamer beoordeelt sinds 2009 klachten over accountants ten aanzien van de uitoefening van hun beroep. Met het tienjarige bestaan van de Accountantskamer als aanleiding, publiceert AccountantWeek een tweeluik over de effectiviteit van het tuchtrecht. In deel 2 is het woord aan advocaat Jan Garvelink.
Lees hier deel 1: Sandra Schreuder, Accountantskamer: 'Je kunt altijd je opdracht teruggeven'
Accountants liggen onder vuur, blijkt uit de recente rapporten van de Monitoring Commissie Accountancy (MCA) en de Commissie Toekomst Accountancysector (CTA). Advocaat Jan Garvelink staat al jaren gedaagde accountants bij. Wat schort er aan het huidige systeem? “De accountants die geschorst worden, die verdwijnen. Een klacht is al heel beschadigend voor carrières. Een klacht over de boekhouding van het buurthuis is nog wel te overzien. Maar een ernstig verwijt over een serieuze controle, betekent dat je in de publiciteit komt. Zo'n tuchtklacht is een lijdensweg.''
Jan Garvelink, advocaat sinds 1996, staat sinds jaar en dag accountants en bestuurders bij. Tientallen keren bepleitte hij in de Accountantskamer en bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven de belangen van vele accountants. Achter elke tuchtklacht schuilt een verhaal, wil hij zeggen. Een klacht, en soms de maatregel die opgelegd wordt, heeft in enkele gevallen ingrijpende gevolgen. “Zeker als iemand geschorst wordt, leidt dat tot economische en emotionele schade.'' Een accountant die negatief in de publiciteit kwam, werd ontslagen door de bank waar hij werkte, weet Garvelink. “Vervolgens won hij de zaak, maar toen was het al te laat.'' Een schorsing of tijdelijke doorhaling kan ook een streep door iemands carrière betekenen, zegt hij.
Amateurvoetballer in de Eredivisie
Wat is de staat van de accountancy in ons land? Recente rapporten van de Monitoring Commissie Accountancy en de Commissie Toekomst Accountancysector schetsen een donker beeld van de sector. Volgens de Autoriteit Financiële Markten (AFM) werd bij 19 van de 32 onderzochte wettelijke controles gedaan door accountants van een van de vier grootste kantoren in ons land 'geen geschikte controle-informatie verkregen ter onderbouwing van het oordeel in de controleverklaring.'
Twee jaar later beoordeelde ze twaalf van veertien onderzochte controles door kantoren die niet bij deze 'big four' zitten als onvoldoende. Maar wat betekent zo'n onvoldoende, vraagt Garvelink zich af. Het is wel erg zwart-wit, vindt hij. “De AFM wil dat je op alle onderdelen een 8 haalt, anders is het niet goed. Maar veel dossiers die de AFM afkeurt, zijn zevens.'' Legt de AFM de lat te hoog? Of moet ze anders naar dossiers kijken? “Als je de wijze waarop de AFM naar dossier kijkt, hanteert bij het midden- en kleinbedrijf, dan blijft er geen dossier overeind. Bij de big four hebben ze meer dan 100 man voltijds op kwaliteit zitten. Ze doen gigantische investeringen op gebied van kwaliteit. Ze investeren al jarenlang tientallen miljoenen en de AFM vindt dat nog steeds niet genoeg. Er is niemand anders die dergelijke investeringen kan doen.''
De AFM hanteert een standaard die niet vol te houden is, zegt de raadsman. “Je kunt een amateurvoetballer niet vragen in de Eredivisie. Je kunt mij opstellen bij Ajax-PSV maar ik raak geen bal.''
'Elk dossier kan beter'
“Je kan mij ieder controledossier geven en ik kan er een succesvolle klacht uit formuleren'', zegt Garvelink. Elke controle bestaat uit een forse hoeveelheid handelingen. De accountant schat in waar hij meer en waar hij minder aandacht aan besteedt. Bij posten van minder groot belang zal het dossier vaak dunner zijn. Achteraf is dat makkelijk op te blazen tot een tekortkoming.
Het gevaar is dat de vraag 'is het laakbaar' vervangen wordt door 'had het beter gekund'. Iedereen concentreert zich op incidenten, zegt Garvelink. “Bij een faillissement springt iedereen als een tijger op dat het niet eerder ontdekt is.'' Maar zoveel gaat er juist wel goed. Bij de NBA is onderzocht hoeveel jaarrekeningen gedurende de controle worden aangepast. “En dan zie dat bij bijna 20 procent van de controles het resultaat met meer dan 50 procent wordt aangepast. Daar doen accountants dus goed werk.''
Maar daar is geen aandacht voor, wil de advocaat zeggen. “Een accountant komt eigenlijk alleen in het nieuws als het slecht gaat. Het zijn net keepers. Niet de twintig reddingen maar die ene bal die binnen hobbelt staat centraal.'' In de brede samenleving bestaat het risico dat er te weinig vertrouwen is. Dat elk risico kost wat kost vermeden moet worden. “Je kunt nog meer regels schrijven, maar dan wordt het bijna menselijkerwijs onmogelijk alle regels te kennen. Enig relativeringsvermogen kan daarnaast ook geen kwaad: het is veel zorgelijker dat er ook artsen rondlopen die de norm niet halen.''
Onredelijke termijn
Sinds een jaar is de verjaringstermijn voor klachten verlengd tot 10 jaar. “De bestaande regeling was dat je tot drie jaar na het bekend worden van de gedraging of tot zes jaar na de gedraging zelf kon klagen. Het is op zich niet onredelijk van een klager te vragen om drie jaar nadat hij het probleem in het oog had met een klacht te komen. Drie jaar is lang, maar 10 jaar is unfair'', zegt Garvelink. “Als je echt vindt dat er iets mis is, waarom 9 jaar en 11 maanden wachten tot je een klacht indient? Hoe eerlijk is dat ten opzichte van degene die een klacht krijgt?''
Die termijn is bovendien langer dan de wettelijke bewaartermijn voor dossiers. Dat leidt tot problemen, zegt hij. “Ik heb al een zaak gehad waarbij we het dossier niet meer hadden. Dan moet je het met herinningen doen. Of soms heb je nog wat mails, stukjes informatie hier en daar. Je wordt echt benadeeld in de mogelijkheid om verweer te voeren. Maak die termijn korter, met mogelijkheid tot het maken van een uitzondering'', is het pleidooi van Garvelink. Die uitzondering geldt dan voor ernstige misstanden. “Als een accountant 8 of zeg 15 jaar na dato blijkt een miljoen uit de kas van een klant gestolen te hebben'', noemt Garvelink een voorbeeld.
Ook mag de lat voor het opleggen van maatregelen omhoog, wat Garvelink betreft. Hij stond een accountant bij die een waarschuwing kreeg omdat hij een foutje maakte en 5.000 euro over het hoofd zag. “Het idee van het tuchtrecht is dat je echt laakbaar gedrag met een maatregel sanctioneert. Als alles wat net niet goed is meteen tot een maatregel leidt, hou je weinig ruimte om de mensen die echt iets verkeerd doen op hun donder te geven. Dan moet je telkens hogere straffen opleggen.''
Maatregelinflatie, noemt de advocaat dat. Het kan ertoe leiden dat steeds vaker schorsingen of doorhalingen opgelegd worden. “Die schorsing moet je bewaren voor de 'repeat players'. Of voor zaken waar vuiligheid aan zit of er bewust met de pet naar is gegooid.'' Accountants zijn over het algemeen nette mensen, zegt Garvelink. “Als je ze schorst, zeg je in feite dat ze niet deugen. Dat heeft een geweldige impact.''
In dit dossier vindt u verslagen van alle tuchtzaken en uitspraken.