‘Medisch specialist mag van Belastingdienst zelfstandig ondernemer blijven’
‘De conclusie van de inspecteur zet de deur wijd open voor een terugkeer naar het model van vóór 1 januari 2015. Ziekenhuizen en medisch specialisten hebben de vrijheid om onlangs opgerichte coöperaties te ontbinden en weer volgens een transparant model met elkaar samen te werken,’ aldus Ceifer en Hygieia.
Hygieia Consultants, een adviesbedrijf voor zorgprofessionals, verzocht de Belastingdienst onlangs een fiscale kwalificatie te geven van een medisch specialistisch bedrijf (MSB) dat is ondergebracht in een maatschap. In reactie daarop stuurde de inspecteur van de Belastingdienst in Hoorn op 15 april 2015 een brief waarin hij er geen misverstand over laat bestaan dat de medisch specialist kwalificeert als fiscaal ondernemer. De inspecteur schrijft letterlijk dat ‘er voor de maten in de maatschap sprake is van ondernemerschap in de zin van artikel 3.4. Wet IB 2001’
Tot nu toe stonden de ministers van Volksgezondheid en Financiën op het standpunt dat de medisch specialist vanaf 1 januari 2015 geen fiscaal ondernemer meer kan zijn. Het belangrijkste argument daarvoor was het wegvallen van het debiteurenrisico, omdat de vrij gevestigde medisch specialist in het nieuwe stelsel geen zelfstandig declaratierecht heeft. Peter de Leede (Hygieia Consultants) en Jos Sluijs (Ceifer Accountants en Belastingadviseurs) hebben de afgelopen maanden herhaaldelijk betoogd dat er méér criteria zijn op grond waarvan de wet Inkomstenbelasting 2001 (wet IB) iemand als ondernemer aanmerkt. Ze wezen daarbij met name op artikel 3.5 van de wet IB, dat stelt dat onder onderneming mede wordt verstaan het zelfstandig uitgeoefende beroep en onder ondernemer de beoefenaar van een zelfstandig beroep. Op grond daarvan is de medisch specialist als vrije beroepsbeoefenaar per definitie een ondernemer. De Belastingdienst heeft die zienswijze nu onderschreven.
De uitspraak van de Belastingdienst kan volgens Ceifer en Hygieia grote gevolgen hebben voor de praktische uitvoering van de integrale bekostiging in de zorg. De verplichting om te voldoen aan allerlei al dan niet transparante constructies, zoals bijvoorbeeld het onderdeel worden van een coöperatie, die het kabinet en de landelijke koepelorganisaties aan de medisch specialisten wilde opleggen als gevolg van een kennelijk gevoelde noodzaak tot verzwaring van de ondernemerscriteria, is nu niet langer houdbaar.