Werkgever politieagent droeg terecht 80.000 euro af aan Belastingdienst

De belastingkamer van de rechtbank Gelderland heeft geoordeeld dat de werkgever van een politieagent terecht 80.000 euro heeft afgedragen aan de Belastingdienst over een gebruteerde uitkering van 180.000 euro. Hiermee heeft de politieagent ook de uitkering gekregen die hem door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties was toegezegd, namelijk 100.000 euro netto.

De politieagent was bij de uitoefening van zijn dienst blijvend verlamd geraakt. Hij heeft recht op doorbetaling van loon tot aan zijn pensioendatum en heeft daarnaast een smartengelduitkering gekregen.

Het geschil ging over een uitkering die te maken heeft met het Waarborgfonds Politie. Dat fonds was nog in oprichting, zodat de politieagent daar formeel nog geen beroep op kon doen. Hierover zijn Kamervragen gesteld. De minister van BZK heeft toegezegd dat aan deze politieagent – bij wijze van voorschot – een bedrag van 100.000 euro netto zou worden toegekend.

De werkgever heeft de uitkering gebruteerd naar (afgerond) 180.000 euro. Hiervan werd 100.000 euro uitgekeerd aan de politieagent en 80.000 euro afgedragen aan de fiscus. 

Naar aanleiding van de aangifte inkomstenbelasting van de politieagent ontstond discussie over de vraag of de door de minister van BZK toegekende uitkering belast is of niet. De rechtbank heeft geoordeeld dat de uitkering inderdaad belast is, omdat het een ‘voordeel uit dienstbetrekking’ (loon) is. De minister van BZK heeft tot de toekenning besloten als verantwoordelijke voor de arbeidsvoorwaarden van het politiepersoneel en alleen een politieagent zou deze toekenning hebben gekregen. De uitkering is niet aan te merken als een onbelaste schadevergoeding voor immateriële schade en verlies aan arbeidskracht, omdat de politieagent in deze procedure heeft verklaard dat hij met de doorbetaling van loon en de smartengelduitkering al volledig schadeloos was gesteld. De vrijstelling in de Wet op de loonbelasting voor ‘voordelen die maatschappelijk gezien niet als beloning voor verrichte werkzaamheden worden ervaren’ is per 1 januari 2011 vervallen.
 

Gerelateerde artikelen