Inflatie leidt tot grote groei controleplichtige bedrijven

De maximale grensbedragen voor verplichte wettelijke jaarrekeningcontrole moeten meegroeien met de inflatie. Anders worden te veel MKB-bedrijven controleplichtig, wat leidt tot lastenverzwaring. Ook ontstaat er teveel druk op kantoren omdat er nu al niet genoeg accountants zijn voor de boekencontroles.

De NBA maakt zich daarom hard voor het verhogen van de controlegrens. Een onderneming is controleplichtig als die op twee opeenvolgende balansdata voldoet aan twee of meer van drie vereisten: een omzet van meer dan twaalf miljoen euro, een balanstotaal van meer dan zes miljoen euro en gemiddeld 50 of meer medewerkers in dienst.

Doordat bij veel bedrijven de omzet meestijgt met de sterke inflatie, passeren er steeds meer de grens van de controleplicht. Ook als ze oorspronkelijk niet binnen de scope van de wetgeving vielen, moeten ze nu wel hun boeken verplicht laten controleren door een accountant.

De maximale grensbedragen voor de controleplicht zijn sinds 2013 niet meer aangepast. De Europese Commissie heeft de ruimte om de eisen eens in de vijf jaar aan te passen aan de inflatie. In 2018 is dat niet gedaan, maar dit jaar heeft de Europese Commissie opnieuw de mogelijkheid om een aanpassing te doen.

Door verhoging van de grensbedragen kunnen deze MKB-ondernemingen langer onder een lichter administratief regime blijven vallen. MKB-accountants zonder Wta-vergunning voor het verrichten van wettelijke controles kunnen zulke ondernemers zo ook langer van dienst zijn, hoopt de NBA.