HR verwijst zaak over bijtelling auto DGA terug naar hof

De Hoge Raad heeft een zaak terugverwezen waarin de vraag centraal stond of bijtelling moet plaatsvinden voor een auto die aan een zieke DGA ter beschikking is gesteld, omdat het Hof zijn uitspraak niet voldoende gemotiveerd had.

Aan een DGA was een auto ter beschikking gesteld die zo vuil was, en waarvan de passagiersstoel zodanig beschadigd was, dat de auto volgens de DGA niet geschikt was om voor privédoeleinden te gebruiken. De auto miste bovendien de achterbank en er was een tussenschot achter de voorstoelen geplaatst, omdat met de auto ook zware materialen werden vervoerd. De auto was buiten werktijd bij het bedrijf geparkeerd en stond overdag aan elke werknemer ter beschikking. De DGA zelf was ziek en verrichtte alleen administratieve werkzaamheden.

Hof: geen bijtelling

Volgens Hof Den Haag was de stelling dat de auto vanwege de staat waarin hij verkeerde niet voor privédoeleinden gebruikt kon worden, onvoldoende om de conclusie te rechtvaardigen dat de auto niet ter beschikking was gesteld. Toch vond het hof dat geen bijtelling hoefde plaats te vinden, omdat de fysieke gesteldheid van de DGA het autorijden vrijwel onmogelijk maakte. Bovendien had de inspecteur niet voldoende weersproken dat de auto niet voor privédoeleinden gebruikt kon worden vanwege het ontbreken van een achterbank.

HR: uitspraak Hof niet voldoende gemotiveerd

De Hoge Raad oordeelde echter dat het Hof zijn uitspraak niet voldoende heeft gemotiveerd. Zo heeft het Hof niet vastgesteld of de auto voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt. Daaraan heeft de Hoge Raad nog toegevoegd dat niet alleen het privégebruik door de DGA van belang is, maar ook het privégebruik door andere werknemers van de inhoudingsplichtige. De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing.

 ECLI:NL:HR:2016:1030

 

(Bron: Deloitte

Gerelateerde artikelen