CBb verlaagt boetes plantuienkartel
Volgens ACM maakten verschillende bedrijven voor 2009 een afspraak die was bedoeld om het aanbod van eerstejaars plantuien te beperken en zo een hogere prijs voor plantuien te realiseren. Vier beboete bedrijven stelden hoger beroep in tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam waarbij de boetes in stand waren gelaten.
Het CBb stelt vast dat ACM heeft bewezen dat de vier bedrijven voor het teeltjaar 2009 een kartelafspraak hebben gemaakt. ACM mocht daarom boetes opleggen aan deze bedrijven.
Volgens de bedrijven had ACM bepaalde omzet, zoals de omzet die is behaald in andere lidstaten van de Europese Unie, buiten beschouwing moeten laten bij het bepalen van de hoogte van de boete. Het CBb geeft hen daarin geen gelijk. Wel is het CBb van oordeel dat de overtreding minder ernstig is dan ACM aanvoert. De afspraak was bedoeld om een verstrekkende horizontale productiebeperking te realiseren, en was geschikt om de prijzen voor eerstejaars plantuien op te stuwen. Op zich vormt dat een zeer zware overtreding. Uit het dossier blijkt echter dat de afspraak voor een groot deel is mislukt. De daadwerkelijke gevolgen bleven daardoor beperkt. Met dat laatste hield ACM onvoldoende rekening. Voor twee bedrijven leidt dit tot lagere boetes. De aan de andere bedrijven opgelegde boetes waren al gelimiteerd door het wettelijke boetemaximum, en worden daarom niet verder verlaagd.