Beschikkingen aansprakelijkstelling vernietigd

In geschil is of twee particulieren en hun persoonlijke holdings op grond van artikel 40 IW 1990 terecht aansprakelijk zijn gesteld voor onbetaald gelaten vpb van een bv die zij eerder hadden verkocht.

Twee heren en hun persoonlijke holdings hebben de aandelen in een bv verkocht aan een derde. Zij hebben zich hierbij laten adviseren door een deskundig belastingadviseur. De adviseur heeft de aandelentransactie opgezet en begeleid. 

In geschil is of de twee heren en hun twee holdings op grond van artikel 40 IW 1990 terecht aansprakelijk zijn gesteld voor door de bv onbetaald gelaten vpb. De holdings hebben aangevoerd dat lichamen niet op grond van artikel 40 IW 1990 aansprakelijk kunnen worden gesteld. Deze beroepsgrond faalt, omdat deze rechtsopvatting onjuist is (zie HR 16 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3081).

Rechtbank Zeeland-West-Brabant gaat er dan veronderstellenderwijs vanuit dat aan de beleggingseis en vermogensverminderingseis artikel 40, lid 1, IW 1990 is voldaan. Zij gaat vervolgens in op de vraag of de belanghebbenden zich kunnen disculperen waardoor zij (toch) niet aansprakelijk zijn.

De rechtbank acht aannemelijk dat de belanghebbenden ten tijde van de vervreemding van de aandelen niet hebben geweten en ook niet behoorden te weten dat de koper door het entameren van buiten de normale bedrijfsvoering liggende handelingen de verhaalsmogelijkheden van de ontvanger illusoir zou maken. De belanghebbenden hebben aan hun onderzoeks- en zorgplicht voldaan door een adviseur van een gerenommeerd kantoor in te schakelen. Zij maakten voorts al jarenlang gebruik van de diensten van dat kantoor.

De beschikkingen aansprakelijkstelling worden vernietigd.

(Bron: Fiscanet

Gerelateerde artikelen