Belastingvrijstelling Katholieke Kerk in Spanje geen staatssteun
Een belastingvrijstelling voor de Katholieke Kerk in Spanje voor bouwwerkzaamheden aan een schoolgebouw is niet in strijd met dat verbod, voor zover de kerk dat gebouw voor verplicht onderwijs en daarmee in het kader van haar sociale, culturele en onderwijskundige taak gebruikt, maar wel voor zover die kerk dat gebouw voor commercieel onderwijs gebruikt.
Een overeenkomst tussen Spanje en het Vaticaan uit de tijd vóór de toetreding van Spanje tot de EU, bevat diverse belastingvrijstellingen voor de Katholieke Kerk. Met een beroep op deze overeenkomst vordert de Katholieke Kerk als bestuurder van een kerkelijke school in de buurt van Madrid in dit geval teruggave van gemeentelijke belasting ter hoogte van ruim 23.000 euro, die zij verschuldigd was vanwege bouwwerkzaamheden aan het schoolgebouw. Zij gebruikt dit gebouw overwegend voor verplicht onderwijs, dat gelijkwaardig is aan het onderwijs op openbare scholen en voor het overgrote deel wordt gefinancierd uit de staatskas. Daarnaast gebruikt zij het gebouw echter ook voor vrijwillig onderwijs, waarvoor zij schoolgeld in rekening brengt.
De Spaanse rechter die de zaak behandelt, vraagt het EU Hof of de betrokken belastingvrijstelling moet worden beschouwd als verboden staatssteun in de zin van het Unierecht, wanneer deze wordt toegepast op schoolgebouwen. Daarmee wordt meteen ook de principiële vraag opgeworpen of er sprake is van verboden staatssteun wanneer een lidstaat een religieuze gemeenschap vrijstelt van bepaalde belastingen en die vrijstelling ook geldt voor activiteiten die geen strikt religieus doel hebben.
Advocaat-generaal Kokott komt in haar conclusie tot de slotsom dat een belastingvrijstelling zoals hier aan de orde, geen inbreuk maakt op het Unierechtelijke verbod op staatssteun, voor zover deze betrekking heeft op een schoolgebouw dat door de Katholieke Kerk wordt gebruikt voor het geven van onderwijs in het kader van haar sociale, culturele en onderwijskundige taak. Een dergelijke belastingvrijstelling houdt evenwel verboden staatssteun in, voor zover het betrokken gebouw wordt gebruikt voor puur commerciële doeleinden.