Zwitserland dwingt Zwitserse bank gegevens over Franse rekeninghouders af te staan
UBS Group AG heeft beroep aangetekend tegen een bevel om informatie over Franse klanten over te dragen aan de Zwitserse belastingdienst – een paar dagen nadat de bank in Parijs voor het gerecht gedaagd werd vanwege hulp aan Franse belastingontduikers. Zwitserland wil die data dan delen met Frankrijk.
De Zwitserse federale belastingdienst wil op verzoek van Frankrijk informatie ontvangen over nummerrekeningen bij UBS, die toebehoren aan huidige en vroegere Franse cliënten. De Franse belastingdienst baseert zich op informatie die zij ontvangen heeft van Duitsland, als bijvangst van eerder eigen onderzoek naar belastingontduikers.
Het Franse OM wil intussen UBS zelf en haar Franse dochter voor de rechter brengen, vanwege vermeende actieve hulp aan Franse belastingplichtigen om hun buitenlandse tegoeden geheim te houden. Dat vermoeden ontstond, na een eerder onderzoek naar de praktijken van de bank, dat in elk geval al resulteerde in een reservering van €1,1 miljard om een dreigende boete te kunnen betalen.
In 2009 betaalde UBS al $780 miljoen aan de Amerikaanse overheid om een rechtszaak te voorkomen. Destijds erkende de bank dat zij Amerikaanse staatsburgers geholpen had belastingen te ontduiken, en droeg alle informatie over die rekeninghouders over aan de VS. Duitsland ontving van de bank ongeveer €300.000 na een eigen forensisch onderzoek.
Volgens UBS is de juridische basis voor het Zwitserse bevel echter ‘op zijn best ambigu te noemen’, en is het niet specifiek genoeg in de beschuldigingen. Daarom vraagt de bank de rechtbank om nu eens en voor altijd helderheid te scheppen: moet UBS inderdaad de gegevens van alle huidige en vroegere Franse cliënten afstaan? UBS is bang dat andere landen het voorbeeld van Frankrijk zullen volgen.
UBS zegt dat ze inmiddels de betreffende klanten geïnformeerd heeft en hen gewezen op de mogelijkheid om in beroep te gaan. Als de Zwitserse rechter het bevel van de belastingdienst acceptabel acht, hebben de betreffende cliënten 30 dagen de tijd om tegen die beslissing wat henzelf betreft beroep aan te tekenen.