Zes kritiekpunten op EY-accountant in zaak Keizer
In 2012 kocht Facultatieve Groep (de Groep) crematieconcern B.V. Beheermaatschappij ‘de Facultatieve’ (de Beheermaatschappij) van de Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie (de Vereniging). De Kimpe was accountant van alle betrokken partijen. In een recent artikel worden meerdere meerdere punten genoemd waar de accountant in de fout gaat, maar overall concludeert FTM dat De Kimpe zijn publieke taak – een onafhankelijk en deskundig oordeel geven waar betrokkenen én buitenstaanders op kunnen vertrouwen – heeft verwaarloosd. Zes punten waar de accountant de mist in ging:
1. Waarde ‘de Facultatieve’ stond niet op balans Vereniging
Beheermaatschappij ‘de Facultatieve’ maakte in 2012 meer dan 100 miljoen euro omzet en beschikte een jaar eerder over een eigen vermogen van 20,5 miljoen euro. Het miljoenenconcern stond voor precies nul euro op de balans van de Vereniging. In de toelichting wordt de ‘intrinsieke waarde’ van het bedrijf omschreven met de zin ‘niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen’.
2. Accountant wees niet op belangenconflict
De accountant wist op het moment dat er een koopovereenkomst werd gesloten van een belangenconflict, maar heeft de verkopende Vereniging daar niet op gewezen. Keizer was koper, manager bij de Beheersmaatschappij en adviseur van de Vereniging. Het bestuur van de Vereniging was volgens FTM niet goed op de hoogte van de waarde van het bedrijf en de drie adviesrapporten van BDO, Deloitte en Borrie Corporate Finance waren gebaseerd op informatie van Keizer. In deze rapporten was de waarde van twee bedrijfsonderdelen niet meegenomen.
3. Accountant deed ook de boekhouding van de koper (gratis)
De Kimpe aanvaardde de opdracht om ook de controlerend accountant te worden van de kopende de Facultatieve Groep. Hierdoor werd hij accountant van de verkoper, de target en de koper en ‘lapt hij – in casu EY – de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) aan zijn laars’. Hiermee doelt FTM op artikel 25a uit de Wta. Opvallend detail, de dienst (wat betreft de jaarrekening van 2012) wordt gratis geleverd voor de koper.
4. Onterechte goedkeuring voor deponering als klein bedrijf
In de jaren 2008 tot en met 2013 werd het criterium voor de deponering van de jaarrekening van de Beheermaatschappij bij de KvK gewijzigd van ‘groot’ naar ‘klein’. Dit is opvallend, want de ondergrens voor grote bedrijven is een omzet van 40 miljoen euro, ver onder de omzet van de Beheermaatschappij. Bij deponering onder het regime ‘klein’ kan worden volstaan met een verkorte balans en zeer beperkte toelichting.
5. Onterecht gebruik van vrijstelling
In de gedeponeerde jaarrekening van de Beheermaatschappij werd gebruik gemaakt van een bijzondere vrijstelling. Deze staat toe dat de vennootschappelijke winst- en verliesrekening in verkorte vorm gepresenteerd kan worden. Dit was niet terecht, want de Beheermaatschappij was tot en met 2012 eigenaar van verzekeringsmaatschappij De Facultatieve en die zijn uitgesloten van de vrijstelling.
6. Negatieve goodwill van 19 miljoen niet onderbouwd
In de jaarrekening 2012 van de Facultatieve Groep was een post van 19 miljoen euro voor negatieve goodwill opgenomen. Dat ging af van de waardering van het bedrijf. De herkomst van de miljoenen wordt echter niet onderbouwd in de jaarrekening.
Lees ook: