Wet DBA: zeven kwaadwillende opdrachtgevers in beeld

03 februari 2017

Staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën heeft vandaag de Tweede Kamer geïnformeerd over de handhaving van de Wet DBA bij kwaadwillenden. Hij laat weten dat er nu zeven opdrachtgevers in verschillende sectoren in beeld zijn die mogelijk kwalificeren als kwaadwillend.

Wiebes komt met deze voorlopige resultaten na een in december door de Tweede Kamer aangenomen motie die inhoudt dat de Belastingdienst per direct de handhaving van de Wet DBA start bij opdrachtgevers die als kwaadwillend worden aangemerkt. Wiebes wil geen informatie geven over de te onderzoeken opdrachtgevers, omdat hij geen uitspraken mag doen over individuele belastingplichtigen.

Wiebes: “Een onderzoek bestaat uit verschillende fases, zoals een eerste gesprek met de opdrachtgever, het vaststellen van de aard van de werkrelatie en het ter plaatse beoordelen van de wijze waarop de opdrachtgever en opdrachtnemer feitelijk de werkrelatie vormgeven. Nadat is vastgesteld dat de aard van de werkrelatie als dienstbetrekking kwalificeert, vindt aanvullend onderzoek plaats om de kwaadwillendheid te kunnen onderbouwen. Zodra er sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking én van kwaadwillendheid, legt de Belastingdienst een naheffingsaanslag loonheffingen en een boete op (waarbij ook het strafrechtelijk traject in beeld kan komen).”

In de derde voortgangsrapportage Wet DBA in april 2017 komt de staatssecretaris terug op de voortgang van deze onderzoeken.