Wat dreef hen? Madoff, Fastow (Enron) e.a. leggen het zelf uit

Waarom kiezen al lang (belang)rijke CEO’s tóch voor frauderen?
Harvard hoogleraar Eugene Soltes komt met enkele interessante theorieën in zijn nieuwe boek Why They Do It: Inside the Mind of the White-Collar Criminal. Een daarvan stelt, dat veel topmanagers in een moreel ‘grijs gebied’  opereren, en dat zij in hun verheven onaantastbaarheid gemakkelijk bepaalde grenzen overschrijden –  de boeken manipuleren of met voorkennis handelen – omdat zij vertrouwen op hun intuïtie. En die stinkt nogal eens, zo blijkt weer. 
 
Maar het is vooral de onderzoeksmethode die de hoogleraar voor dit boek gebruikte, die het resultaat opmerkelijk maakt. Met een voor professoren opmerkelijke naïviteit besloot Soltes naast literatuuronderzoek aan een stuk of vijftig ‘beroemde’ veroordeelde witteboordencriminelen een brief te sturen. Onder hen de legendarische oplichter Bernard Madoff, maar ook Andrew Fastow, een van de verantwoordelijken voor het Enron-debacle,  en Dennis Kozlowski, de CEO van Tyco International – die meer dan $150 miljoen stal van zijn werkgever en daarvoor 25 jaar kreeg (Tyco zelf moest 3 miljard dollar boete betalen en PwC $225 miljoen, omdat ze niets in de gaten hadden).  
En ziet – hij kreeg vaker dan hij verwacxhtte antwoord!
 
Door die contacten en daaropvolgende indringende gesprekken kon Soltes zijn wetenschappelijk werk opleuken met ongekende persoonlijke observaties, verklaringen en smoezen uit de eerste hand, en wordt het een rariteitenkabinet van witteboordenboeven. 
 
Madoff beweert dat hij aanvankelijk écht dacht ooit te kunnen uitbetalen. Fastow verklaart zijn gesjoemel deels met ‘Als ik niet niet gedaan had hadden ze wel een andere CFO aangesteld!’.  Kozlowski geeft de schuld aan zijn board of directors, die alles goed vond wat hij deed. Robert Allen Stanford (66) werd veroordeeld tot 110 jaar gevangenisstraf voor het pyramidaal oplichten van beleggers (à la Madoff) en geeft de schuld als echte Ayn-Rand-adept aan de overheid en haar regeltjes. 
 
Wat de schurken gemeen hebben is dat ze de kans kregen om hun fraude te plegen, en van die kans gebruik maakten.  Onder het spiedend oog van vele interne en externe auditors. 
Gerelateerde artikelen