Waarom is er niets of niemand strafrechtelijk vervolgd voor de crisis van 2008?

Senator Elizabeth Warren (D-Mass.) stelt dat de belangrijkste schuldigen, zowel organisaties als individuen, bekend zijn. Waarom worden zij niet ter verantwoording geroepen?

Op 15 september, acht jaar na het bankroet van Lehman Brothers, schrijft Warren een open brief aan het OM in de VS, waarin zij vraagt hoe het toch mogelijk is dat geen vervolging wordt ingesteld tegen de organisaties en individuen, die door de Financial Crisis Inquiry Commission zijn aangemerkt als ‘verdacht van overtreden van de wet’ in de aanloop naar de financiële crisis van 2008.

De FCIC werd ingesteld op basis van de Fraud Enforcement and Recovery Act, die het Amerikaanse Congres in 2009 aannam. Haar mandaat luidde als volgt: “to examine the causes, domestic and global, of the current financial and economic crisis in the United States.” In een rapport van 633 pagina’s stelde het FCIC in januari 2011 dat “dramatische slechte corporate governance, ernstige nalatigheden van toezichthouders en bijna fataal blijkende zwakke plekken in ons financiële systeem gekoppeld aan een reeks bewuste beslissingen en acties van bedrijven en individuen“ ons bijna naar de afgrond leidden. Recent werden achterliggende documenten vrijgegeven, waaruit blijkt dat de FCIC in 2010 aangifte gedaan heeft tegen negen individuen en 14 ondernemingen wegens ‘ernstige wetsovertredingen’.  Geen van hen is daarna strafrechtelijk vervolgd. Vijf ondernemingen schikten om vervolging te voorkomen, enkele wisten enkele civielrechtelijke aanklachten te voorkomen door de klagers te betalen.

"Het is een schande dat het OM niets gedaan heeft met die aangiften,” zegt Warren nu. “Het gevolg van die inertie is dat de belangrijke spelers, zowel bedrijven als individuen, die verantwoordelijk te stellen zijn voor de crisis en die miljoenen Amerikanen [en anderen!] in de problemen brachten, de dans geheel ontspringen. Dat kan niet, en ik vind dat het Openbaar Ministerie zich daarvoor moet verantwoorden.”

De FCIC blijkt indertijd aangifte gedaan te hebben tegen Citigroup, Goldman Sachs, JPMorgan Chase, Lehman Brothers, Washington Mutual (later overgenomen door JPMorgan), Merrill Lynch (nu van Bank of America), UBS, Credit Suisse, Société Generale, PwC, credit rater Moody’s, verzekeraar AIG en last but not least de hypotheekbanken Fannie Mae en Freddie Mac. De individuen die beschuldigd werden zijn CEO Daniel Mudd en CFO Stephen Swad van Fannie Mae; CEO Martin Sullivan en CFO Stephen Bensinger van AIG; CEO Stan O’Neal en CFO Jeffrey Edwards van Merill Lynch; en drie directeuren van Citigroup, CEO Chuck Prince, CFO Gary Crittenden en Board Chairman Robert Rubin.

complianceweek

Gerelateerde artikelen