Te streng toezicht kweekt slaafse en bange accountants

Jeroen Piersma interviewt in het FD de Amerikaanse hoogleraar accountancy Robert Knechel, die waarschuwt dat protocollen nooit op zich kwaliteit garanderen.
Een aantal accounting-schandalen aan het begin van deze eeuw leidde overal tot meer regelgeving voor en toezicht op  accountants. Hoogleraar accountancy aan de Universiteit van Florida Robert Knechel heeft de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar de relatie tussen toezichthouders en grote accountantsorganisaties, onder andere in de Verenigde Staten en Australië. “Ik denk dat de dialoog tussen de accountant en de toezichthouder inmiddels uitgeput is. Ze zijn het niet eens met elkaar en hebben geen basis meer voor overeenstemming.”
Knechel, een autoriteit op het gebied van fundamenteel onderzoek naar accountancy, was vorige week een van de prominente sprekers op het eerste congres van de Foundation for Auditing Research (FAR). De FAR is een van de initiatieven die is voortgekomen uit het grote hervormingsplan dat de sector in september 2014 heeft aangenomen. Knechel is ook onafhankelijk bestuurslid bij de FAR.
 
“Ik heb een hooggeplaatste accountant bij een Big Four-kantoor in de VS wel eens horen zeggen,” aldus Knechel in het FD, “dat zijn kantoor tegenwoordig op twee manieren reageert op kritiek van de toezichthouder: we zijn het eens met de toezichthouder en doen wat ze zeggen, of we zijn het niet eens, maar doen toch gewoon wat ze zeggen.’
 
De conclusie van de professor is, dat het nut van steeds strengere regelgeving langzaam maar zeker  afneemt. “Regulering moet op goed onderzoek en bewijsmateriaal zijn gebaseerd, niet op een welles nietes discussie tussen accountants, toezichthouders en politiek.”
 
Knechel maakt zich zorgen over de houding van de accountants in deze dialoog. Als zij zich per definitie neerleggen bij het oordeel van de toezichthouder, dreigt het gevaar dat protocollen, compliance, afvinkcultuur en checklists de kwaliteit van het controlewerk, of althans de verantwoordelijkheid voor die kwaliteit, gaan overnemen. ‘Uiteindelijk kan het beroep op een punt komen dat de toezichthouder constateert dat de accountants brave jongens zijn, maar dat de accountantscontrole nauwelijks meer is dan een compliancemechanisme.’
  
Gerelateerde artikelen