PwC zet tien Afrikaanse landenfirma’s buiten de deur

PwC heeft zijn activiteiten stopgezet in meer dan een dozijn landen. Het betreft tien partnerfirma’s in Franstalig Afrika. Aanleiding voor de terugtocht is dat de activiteiten in deze landen klein, risicovol of onrendabel zijn. Volgens de Financial Times zou PwC beducht zijn voor schandalen in deze landen.

De directe aanleiding voor het sluiten van Afrikaanse kantoren zou toenemende meningsverschillen zijn tussen het wereldwijde netwerk van PwC met lokale partners. Deze partners klagen dat meer dan een derde van hun omzet zijn kwijtgeraakt verloren doordat PwC Global hen zou hebben gedwongen om geen risicovolle klanten meer te bedienen. Al vorig jaar zouden lokale partners hebben onderhandelen met PwC Global over een vertrek uit het netwerk.

De afscheiding volgt op het doorknippen van de banden van PwC met partnerfirma’s in Zimbabwe, Malawi en Fiji. De Financial Times suggereert dat PwC de kleine landenfirma’s buiten de deur zet vanwege een reputatierisico. Ook landenfirma’s die te klein zijn om te investeren in noodzakelijke compliance-systemen worden op straat gezet.

Bij PwC wordt volgens de Financial Times geklaagd over de enorme hoeveelheid tijd die het wereldwijde netwerk kwijt is aan de kleine landenfirma’s. Dat staat niet in verhouding tot de bescheiden inkomsten uit de Afrikaanse regio, vergeleken met landenfirma’s elders. Jaren geleden raakte PwC betrokken bij een bankenschandaal in de Democratische Republiek Congo. Corrupte banken werden gecontroleerd door PwC.

Ook bij andere wereldwijde accountantsketens staan de kleine landenfirma’s onder druk. KPMG heeft kleinere partnerfirma’s laten weten dat zij moeten fuseren, aldus de Britse zakenkrant.

Ongeveer de helft van de dertig partners die in Franstalig Afrika bij PwC waren aangesloten, heeft zich nu verbonden met Vinka, een accountantsnetwerk in Kameroen. Andere partners hebben zich aangesloten bij Mansa, een netwerk van nationale partnerschappen dat zich richt op belasting- en juridisch advies. Beide initiatieven zeiden dat zij de standaarden van PwC handhaven, maar inspelen op lokale behoeften.