PwC vecht boetebesluit AFM bij rechter aan

De AFM heeft het bezwaar van PwC tegen de boete die was opgelegd naar aanleiding van het onderzoek in 2013/2014 naar controledossiers 2011/2012 afgewezen. PwC stapt nu naar de rechter om het boetebesluit van de AFM aan te vechten.

Dat zegt Peter van Mierlo, de bestuursvoorzitter van PwC, in een gesprek met Het Financieele Dagblad. Mocht de rechter PwC in het gelijk stellen dan zal de AFM zijn toezichtmethode op een wezenlijk punt aan moeten passen. Het is de eerste keer dat een accountantsorganisatie de werkwijze van de AFM fundamenteel ter discussie stelt en ook bereid is daar over te procederen, zo schrijft de krant.

In juni van dit jaar werd al duidelijk dat PwC zich niet zou neerleggen bij het boetebesluit van de AFM. Het bezwaar van PwC richt zich op de onderbouwing daarvan. PwC vindt dat er duidelijkheid moet komen of de zorgplicht nu een inspannings- of resultaatsverplichting is en wanneer welke maatregelen kunnen worden opgelegd. Het toetsingskader is nu onduidelijk en het is goed dat een onafhankelijke instantie zich hierover uitspreekt,’ aldus PwC. De toezichthouder draagt naar de mening van PwC onvoldoende bewijs aan voor het verwijt dat PwC als organisatie tekort zou zijn geschoten in haar zorgplicht.

Peter van Mierlo zegt vandaag in het voorwoord bij het jaarbericht 2015-2016 over het dispuut met de AFM en de gang naar de rechter het volgende: “Ook onze toezichthouders houden ons scherp zoals de PCAOB, ADR, NBA en de AFM. De AFM heeft hierin nadrukkelijk het hoogste ambitieniveau. De discussies met deze toezichthouder zijn dan ook stevig, robuust en wederzijds respectvol. Soms zijn ze ronduit moeilijk omdat we de redenering niet begrijpen. Dit heeft geleid tot de gang naar de rechter om duidelijkheid te krijgen omtrent het verschil in interpretatie van het begrip zorgplicht en of de AFM het bij het juiste eind heeft om de zorgplicht gelijk te stellen met een resultaatsverplichting. In die dialoog zullen we eveneens aandacht blijven vragen over de verschillende rollen die bij de AFM samenkomen; die van normsteller, toezichthouder en boetebepaler. Een ander thema is de vraag waar de balans ligt tussen regels en professionele oordeelsvorming. Wij hebben best getwijfeld, want dergelijke processen dragen op de korte termijn niet bij aan het algemene vertrouwen. We hebben hier dan ook gekozen voor de lange termijn en de duidelijkheid die de bedrijfstak nodig heeft om haar rol in het bouwen van vertrouwen in de samenleving te kunnen waarmaken.”

In het vandaag gepubliceerde transparantieverslag laat PwC trouwens weten dat een gang naar de rechtbank wat haar betreft niet het einde van de procedure betreft. Mocht de rechter PwC in het ongelijk stellen, dan volgt daarna zo nodig hoger beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb).

Lees ook:

Gerelateerde artikelen