‘Partijdige’ Accountantskamer gewraakt

Een RA die werd verweten haar objectiviteit te hebben laten varen in een scheidingszaak, wraakt de Accountantskamer.

Zaaknr. 19/1740

Is er sprake van een professionele dienst als een accountant uit rechtvaardigheidsgevoel meent een kennis financieel bij te moeten staan? Door die vraag niet eens tijdens de zitting te stellen toonde de Accountantskamer zich vooringenomen, meent een beklaagd accountant. Dus werd de tuchtrechter gewraakt.

De gemachtigde van de beklaagde accountant begon op de zitting van de wrakingskamer met het betoog dat de vraag of er sprake is van een professionele dienst altijd als eerste gesteld moet worden. Hij kwam met het voorbeeld van een accountant die in het weekend als vrijwilliger achter de kassa bij een voetbalclub staat en wisselgeld van een briefje van 20 euro teruggeeft. De klant stelt met een briefje van 50 betaald te hebben. Hij weet dat de man achter de kassa registeraccountant is en sleept hem voor de tuchtrechter. Het gaat hier immers om 'iets financieels'. “Zou de eerste vraag van de Accountantskamer dan niet moeten zijn of dit een professionele dienst is? Natuurlijk.'' Volgens de klager is het overslaan van die vraag onaanvaardbaar. Maar maakt dat de tuchtrechter vooringenomen? Volgens de klager en haar gemachtigde is dit juist een teken van vooringenomenheid.

Toon
Het wrakingsverzoek is ingediend na de zitting van 16 september. Een van de centrale vragen op die zitting was hoe neutraal de accountant opereerde die een vriendendienst leverde. Haar werd verweten dat ze haar objectiviteit volledig uit het oog was verloren. Ze stond een man bij die in scheiding was met zijn vrouw. Op die zitting werd een mail besproken. In een e-mail aan de advocaat van de man die ze bijstond schreef de accountant dat de vrouw niet wist dat ze de tegenpartij al een tijdje bijstond. “Ze denkt dat ik haar het eerst gesproken heb! En ik heb aangeboden om haar en de ex-man te helpen. Dit is minder netjes maar gebleken effectief. Deze info mag niet naar buiten komen. Voor de buitenwereld geldt dat ik pas twee tot drie weken betrokken ben. Houdt dat verhaal aan.'' Dus de tegenpartij vermoedde dat de accountant beide echtelieden bijstond, terwijl dat niet het geval was. “Kom nou toch, dit is niet neutraal'', zou een van de leden van de Accountantskamer de accountant verweten hebben. “Hij concludeerde zonder te vragen, waaruit opnieuw vooringenomenheid en ook partijdigheid blijkt'', aldus de gemachtigde.

Namens de beklaagde leden van de Accountantskamer reageerde de voorzitter. “Wat ik vandaag hoor hoe die ondervraging zou zijn gegaan, dan ben ik kennelijk op een andere plek geweest'', reageerde ze. Van intimidatie of verbaal agressief gedrag was geen sprake. “Dat is niet een manier waarop zittingen door mij worden voorgezeten.'' Er werden kritische vragen gesteld, maar dat was ook omdat de antwoorden rommelig waren. Of er al dan niet sprake was van een professionele dienst is op de zitting niet besproken omdat dan de feiten aan de orde komen. “Na afloop toetsen we of er sprake was van een professionele dienst. Die vraag hoort niet thuis in de wrakingskamer, niet op de zitting maar bij de beraadslaging achteraf. Dat dit vooringenomenheid toont, dat zie ik niet.'' Ook wilde de accountant en haar gemachtigde dat de klacht die tegen haar was ingediend getoetst werd op waarheid. Maar dat is niet iets dat een Accountantskamer doet, legde de voorzitter uit. “Nergens wordt zoveel gelogen als in een gerechtsgebouw. Wij proberen vast te stellen welke feiten we kunnen vaststellen.'' De voorzitter had de indruk dat de wrakingskamer is ingezet “zodat de behandeling wordt overgedaan omdat de accountant de bui al ziet hangen''. 

De uitspraak: Wraking Accountantskamer afgewezen

Gerelateerde artikelen