Nieuwe richtlijnen voor ‘Country by Country (CbC) Reporting’
            
                
    
            
    
    De OESO heeft op 6 februari 2015 richtlijnen gepubliceerd met betrekking tot de implementatie van de zogeheten ‘Country by Country (CbC) Reporting’ voor (internationale) belastingheffing. Dit meldt BDO.
    
            De nieuwe richtlijnen volgen het in september gepubliceerde rapport over de drietrapsaanpak voor  transferpricing-documentatie (‘master file’, ‘local file’ en de CbC rapportage).  Deze publicaties zijn een van de belangrijkste mijlpijlen van het ‘Base Erosion  en Profit Shifting’ (BEPS) project van de OESO; de OESO/G20 en belastingdiensten  zien het als de belangrijkste uitkomst in de discussie om meer transparantie  binnen de internationale belastingheffing.
De belangrijkste aspecten van de richtlijnen zijn: 
Timing – De eerste CbC rapportages zijn nodig voor de  boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2016.  
Vrijstelling kleinere internationale groepen – Er komt een  vrijstelling voor groepen met een totale omzet van minder dan € 750 miljoen  (waarvan de effectiviteit en toepasbaarheid sowieso in 2020 wordt getoetst).  
Andere vrijstellingen – Er zullen geen overige  vrijstellingen zijn. Alle markten vallen binnen de reikwijdte, evenals  investeringsfondsen en ‘non-corporate’ lichamen.  
Consistentie in benodigde data – De OESO benadrukt het  belang van een uniform CbC Rapportage template  
Vertrouwelijkheid – Informatie aangeleverd middels CbC  Rapportages zullen niet publiekelijk toegankelijk zijn en zullen enkel worden  uitgewisseld tussen belastingdiensten middels bestaande procedures in  belastingverdragen ter voorkoming van dubbele belasting (of voor zover mogelijk  middels het door de OESO voorgestelde ‘multinationale instrument’)  
Gepast gebruik – Jurisdicties zullen de CbC Rapportages  gebruiken om transfer pricing risico’s in te schatten, maar mogen de rapportages  ook gebruiken om BEPS gerelateerde risico’s te signaleren.  
Indienprocedures – CbC Rapportages dienen ingediend te  worden bij de jurisdictie van de uiteindelijke moedermaatschappij van een groep  binnen één jaar na het einde van het relevante boekjaar. Het is mogelijk dat de  rapportage ook lokaal of door een sub-moeder entiteit ingediend moet worden  indien in de jurisdictie van de uiteindelijke moedermaatschappij geen CbC  rapportage verplichting is, of indien er geen adequate procedures zijn voor  tijdig uitwisselen van rapportages (of als deze procedures in de praktijk niet  goed werken).  
Informatie-uitwisseling tussen overheden – er komt een  ‘implementatie-pakket’ om effectieve informatie-uitwisseling te faciliteren,  inclusief middels automatische uitwisseling.
De CbC rapportage dient hoofdzakelijk als risico inschattingsmiddel voor  belastingdiensten. De OESO heeft specifiek erkent in de publicatie dat de vraag  naar meer effectieve oplossingen voor geschillen tussen landen mogelijk zal  toenemen als gevolg van de verbeterde risico inschattingsmogelijkheden door de  implementatie van de CbC rapportage verplichting.
Bron: BDO
     
        
            
    
    
        
                    
                Jan Bletz is een ervaren journalist. Hij schrijft vooral over financiën en ICT, naast AccountantWeek onder andere voor Computable, Management Team, MenA en Sprout. Hij was hoofdredacteur van CFO magazine, eYe, Respons! en SecondSight.