Jaarlijkse FRC Audit Quality Inspections

Gisteren verschenen de jaarlijkse inspectierapporten van de FRC over de kwaliteit van het audit-werk van de grote kantoren.  Vooral ‘revenu recognition’ zorgt voor problemen, evenals de afspraken met leveranciers en andere ketenpartners. Enkele bevindingen.

 

Deloitte moet kritischer (durven te) zijn tegenover de klanten, vindt de FRC. Ook is het kantoor zwak in het controleren van pensioenvoorzieningen, moeten de auditors professioneler worden in het beoordelen van revenue en voorraadposities en men moet beter communiceren met de auditcommissies.

 

Ook EY moet zorgvuldiger kijken naar revenue recognition bij de cliënt, en er zijn ook vraagtekens over de garanties voor onafhankelijkheid van de partners. Het gaat hier vooral om de kwaliteit van de risicobeoordeling rond revenues; men is traag met het rapporteren van mogelijke belangenconflicten en daardoor bestaan zorgen over de onafhankelijke positie van de partners. Maar EY doet het beter dan vorig jaar, aldus de FRC.

 

Dat geldt eveneens voor Grant Thornton, al moet deze firma meer doen om de kwaliteit van de audits adequaat te monitoren en garanderen. Vooral rond een aantal ethiek- en onafhankelijkheidsissues. Verder was er voor het eerst in drie jaar nauwelijks commentaar op de audits die de FRC inspecteerde.

 

KPMG krijgt dit jaar de slechtste beoordeling: twee van de ge-inspecteerde audits vertoonden ’aanzienlijke tekortkomingen’. Ook wijst de FRC op tegenstrijdige belangen rond non-audit fiscale diensten, en is de toezichthouder niet blij met hoe KPMG investor relations specialisten inzet om de informatieverschaffing door haar cliënten aan institutionele beleggers “verfijnt’ – lees verfraait? Daarnaast blinkt KPMG ook niet uit in de communicatie met auditcommissies en zijn de  IT system control checks ‘rather weak’. 

 

PwC krijgt vooral kritiek voor de manier waarop de accountant gecompliceerde ketenrelaties onderzoekt en daarover rapporteert. Ook constateert de FRC tekortkomingen in de consistentie van de houding van PwC t.o.v. de assumpties en aannames van de cliënten. 

 

BDO tenslotte wordt bestraffend toegesproken over het ontbreken van voldoende ‘audit evidence’, ook weer rond de revenu en de recognition daarvan. Daarnaast is er commentaar op de gevolgde procedures, moet de control over de audits en het testen daarvan verbeterd worden en mag BDO meer gericht journaalposten testen. 

https://www.cchdaily.co.uk/audit