EY moet zich alsnog verantwoorden voor rol in Ierse bankfraude van € 7,2 miljard

In 2009 begon de Chartered Accountants Regulatory Board (CARB) al een eerste eigen onderzoek, naar de rol van drie executives van de AIB en de auditor van de bank, EY, in wat uiteindelijk de ondergang van de bank bleek te zijn. Maar het Ierse OM vroeg de toezichthouder in 2011 dat onderzoek even te parkeren, omdat de zaak inmiddels onder de (straf)rechter was. 

 

Inmiddels is die zaak, de langstdurende in de geschiedenis van de Ierse republiek, (bijna) definitief geëindigd in een veroordeling van de drie bankiers. De CARB wil daarom nu verder gaan met het eigen onderzoek, maaar wacht op een signaal van het OM dat de srafzaak echt voorbij en afgerond is. 

 In September 2011 concludeerde de toezichthouder dat er ernstige vragen gerezen waren rond een drietal aspecten van de controlewerkzaamheden van EY voor de bank voor deze ten onder ging. Het ging om nalatigheid met betrekking tot het(niet) opmerken en melden van enkele transacties tussen de AIB en verzekeraar ILP en een lening aan een van de drie verdachte bankiers in het controleverslag over 2008. EY zei destijds dat het kantoor “zich met kracht teweer zou stellen tegen de beschuldigingen” dat zij hun werk niet goed gedaan hadden.

 

De rechter die de drie bankiers vorige week veroordeelde tot forse gevangenisstraffen stelde  hardop en expliciet dat “het werkelijk onvoorstelbaar was dat een accountant  als EY niet gemerkt en geweten zou hebben wat zich destijds in de bank afspeelde en toch een goedkeurende verklaring afgaf.”

 

“Geen commentaar,” zegt EY nu voorshands.